Ik was meteen geïntrigeerd door het doel van het Bewogen Festival, een cultureel festival in Brussel dat streeft naar kleinschalige ontmoetingen tussen vluchtelingen, nieuwkomers en Brusselaars die al lang in de stad wonen. De vraag die me bezighoudt, ook in mijn eigen creatieve praktijk, is of we kunnen groeien naar een inclusieve samenleving door middel van culturele en artistieke activiteiten, gebaseerd op het stimuleren van dergelijke kleinschalige ontmoetingen, zoals het festival voor ogen heeft.
Bal Bougé, het grootschalige avondprogramma met diverse activiteiten op zaterdag 15 februari in De Markten, georganiseerd door verschillende partners van het festival, was het hoogtepunt van het festival dat plaatsvond tussen 12 en 16 februari. Dat evenement bood me een perspectief op de vraag of het mogelijk is sociale verandering teweeg te brengen door middel van culturele en artistieke activiteiten, dat is ‘crossing the arc’.
De Markten is een van de 22 gemeenschapscentra van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. Van de 22 centra is De Markten het meest centrale centrum van de stad. Tijdens enkele uitwisselingen met ‘oude’ Brusselaars stelde ik al vast dat dit gemeenschapscentrum vrij onbekend is bij hen. Hoewel het vrij groot is, veel uiteenlopende activiteiten aanbiedt én vlakbij het beroemde Sint-Katelijneplein ligt. Hoewel ze er duizenden keren langs liepen, hebben ze nog nooit een stap gezet in de overdekte doorgang naar De Markten.
De stap naar het onbekende
Toen ik op 15 februari met mijn dochter aankwam bij De Markten, iets na het startuur om 16 uur, werden voorbijgangers tot de ingang van de boog verleid door de slagwerkmuziek, gespeeld door enkele leden van de VSP (la Voix des Sans-Papiers, een collectief van inwoners zonder papieren die actief zijn in Brussel). Een jonge vrouw kwam naar me toe om me informatie te verstrekken over het evenement in drie talen: Engels, Nederlands en Frans.
Met een verlegen zonnestraal in de lucht – wat altijd als een zegen aanvoelt in Brussel – heb ik me met mijn dochter een weg gebaand door muzikanten, dansende kinderen en nieuwsgierige voorbijgangers die foto’s namen door de boog richting de binnenplaats van De Markten. Soms is enkel een verwelkomende glimlach en wat muziek nodig om een architectonische grens over te steken richting het onbekende.
Nadat we de binnenplaats hadden overgestoken, gingen we het gebouw binnen. Op de benedenverdieping waren enkele exposities, een knusse hoek met kussens, een eetkraam, de mogelijkheid om te schilderen, om een aardappeldruk te maken en om geschminkt te worden. Er was ook een reuzenschaakspel, een filmprojectieruimte (die ik pas ontdekte vlak voor ik naar huis ging)… niets bijzonders, maar wel alles wat je nodig hebt om je comfortabel te voelen en uitnodigend om wat rond te hangen. Het zijn de details die het gevoel geven in een gastvrije omgeving te vertoeven. De foto’s tonen aan de ene kant het gezicht en aan de andere kant de achterkant van enkele individuen. Ze hangen op ooghoogte en geven de indruk in een tuin van vreemden te wandelen, met de mogelijkheid ze te ontmoeten, een blik te wisselen…
Net naast dit comfortabel hoekje vind je een moedige uitnodiging, voorgesteld op een zeer bescheiden manier: Wil je een minuutje in de ogen van een vreemde kijken? Geen regels, geen verplichtingen. We hebben misschien maar een eenvoudige uitnodiging nodig, een simpel excuus om die stap naar een ‘ander’ te zetten.
Laten we samen dansen
Toen ik naar boven liep, om mijn nieuwsgierige dochter te volgen, ontdekten we het podium dat klaar stond voor de concerten en een bar aan de zijkant. Om te beginnen waren er opnieuw muzikanten en dansers van VSP op het podium. Daarna was er een korte stand-upcomedyshow over de culturele schokken van de Syrische vluchteling Bazel Addoum, die de show bracht namens RANA (Refugees Are Not Alone). Dat werd gevolgd door een concert van Gueladio Ba, die aangesloten is bij open kunsthuis Globe Aroma. Zijn muziek kan beschreven worden als West-Afrikaanse blues, met veel traditionele invloeden.
Na het energieke spektakel van Watan Dabke, een internationale groep van folkloristische (Dabke) dansers uit het Midden-Oosten, begon ik na te denken over de afstand dat het toeschouwerschap opbouwt. Hoewel enkele minuten later de dansvloer, die tot dan toe vooral door kinderen werd bezet die zich minder van sociale grenzen aantrekken dan volwassenen, veranderde in een gemeenschappelijke plaats voor iedereen die aanwezig was en de ritmes van Dabke probeerde in te halen. Terwijl het ‘ergens naar kijken’ een vorm van ‘othering’ accentueert, brengt dansen en samen genieten ons echt samen.
Ik verliet het evenement met deze verheven stemming, die voortvloeide uit het gevoel van samenhorigheid, een beetje teleurgesteld door mijn ouderschapsbeperkingen en benieuwd naar wat Bal Bougé nog meer te bieden had. Ik ben er nog steeds niet van overtuigd dat ik een feestje van 182 nationaliteiten heb meegemaakt, noch geloof ik nu dat we de samenleving echt kunnen veranderen met culturele activiteiten.
Maar we kunnen wel een opening, een uitnodiging of een aanmoediging aanreiken om de boog over te steken en het andere te ontdekken. Het hangt van onszelf af of we de stap zetten of de tijd nemen om de grens over te steken, de grens die naar de ontmoeting met het onbekende leidt. Ik geloof in de aantrekking die we hebben voor het onbekende, het verlangen om te delen met de ander – of het nu vreugde of verdriet is – vooral als we de kans en een veilige ruimte hebben om dat te doen.
Kunstenares Damla Ekin schreef deze tekst in het Engels. Stiene Prinsen nam de vertaling voor haar rekening. Deze tekst verscheen eerder op de blog van het Bewogen Festival.