De corridor die woonhuis aan de straatkant met atelier achterin verbindt, en die versomberd was, is opgeblonken. Er hangen nieuwe spots en er zijn ook panelen met tekst in drie talen rond enkele thema’s. De fragiele tekeningen zijn eruit weggehaald en worden gedigitaliseerd. Er zijn nu meer sculpturen en bronzen reliëfs te zien.
Daarmee is de museografie van de jaren ’80 verleden tijd.
In de collectie (meer dan 800 werken in bezit, 100 tentoon) zitten ook zeldzame gipsen (er zijn er twee opgesteld), fragiele voorbeelden waar je de ruwe werkhand van de kunstenaar kan voelen, de materie die vorm krijgt, nog onaf.
Het Meuniermuseum verdient alle aandacht maar je moet het in de schaduw van de stad gaan ontdekken, in Elsene, in de galeriebuurt rond galerij Xavier Hufkens. In Meuniers tijd liet Anna Boch er een stadspaleis bouwen, buurman Isidore Verheyden portretteerde zijn vriend Constant meermaals; of ze dronken samen een glas, kunstenaars tezamen, ’s avonds in die nog landelijke straat. Het broeide er van artistiek talent. Het huis kon het gezin zich pas in de late jaren 1890 veroorloven, nadat de carrière eindelijk was opengebloeid, actief gesteund door progressieve kunstkringen, met name Edmond Picard, de oprichter van het tijdschrift L’Art Moderne, en Les XX.
Het ultieme doel is een volledige restauratie van het Meuniermuseum vanaf de voorgevel, waarbij ook het atelierleven getoond zou worden. Als wegbereiding daarvan begint er nu een grondige studie van twee keer vijf jaar. Vergeet niet intussen Meuniers meesterwerk het ‘Monument aan de arbeid’ aan het kanaal in Laken (au bord de l’eau) te gaan bekijken (jammer dat daar de aandacht verslapt voor de instandhouding ervan!), of zijn stadssculpturen in de tuin van de Botanique, of nog op het Meunierplein aan de Molièrelaan. Rond het gemeentehuis van Sint-Gillis staan enkele arbeidersfiguren die sterk door het beeldhouwwerk van Meunier zijn beïnvloed.
https://www.fine-arts-museum.be/nl/de-musea/musee-meunier-museum