Categorieën
Het straatfeest Kunst

Paul Devaux, zonder L

Thierry loopt het voetpad af, het zebrapad op en laat een donkerblauwe Volkswagen voorbijschieten richting de Van Arteveldestraat. Pompende muziek en zweet zweven achter de auto aan.

Paul Devauxstraat (c) Thomas Dielman

In de Paul Devauxstraat is alles in gereedheid gebracht voor de derde akte. Als je goed kijkt, zie je nog enkele mensen wegduiken die de laatste props op de juiste plek hebben neergelegd.

Thierry heeft lange tijd gedacht dat de straat vernoemd was naar de Belgische schilder Paul Delvaux, temeer daar er in het metrostation onder het Beursplein, de volgende halte van dit verhaal, een 13 meter breed schilderij van Delvaux hangt boven de trappen die leiden naar de perrons. Maar die is het dus niet, het is wel degelijk Paul Devaux, zonder L, een Belgische liberale politicus uit de 19de eeuw. Waar de schilder veel bezig was met trams en met name trams die het station uitrijden en nooit meer terugkomen was de politicus vooral bezig met de toekomst.

John zit in de zetel met de iPad op zijn schoot. Hij staart gedachteloos voor zich uit. Volgens Thierry is John een magische boom die het hele huis voorziet van stabiliteit waardoor alles mogelijk is. John weet trouwens precies welke wortels tot dit stevige hout hebben geleid: een liefdevolle moeder, een strenge grootvader en een zeer geliefde grootmoeder die afstamt van een Schot en een Indiaanse Arowak, verder van een Spaanse Jood en ex-slavin, van nog 2 generaties Spaanse Joden die als eerste hun geluk kwamen beproeven in Suriname, van nog een Spaanse jood die de inquisitie in Spanje ontvluchtte en via de haven van Amsterdam naar de West is vertrokken. De generatie hiervoor leefde in Spanje en is de laatste die John en zijn familie hebben kunnen traceren. Het spoor loopt dood in de 17de eeuw.

In dezelfde eeuw enkele duizenden kilometers verder noordwaarts liepen de voorouders van Johns vader ongedurig rond in Zeeland. Ook zij hoopten op meer in West-Indië en zo komt het dat de ouders van John elkaar tijdens een zwoele moessonavond hebben leren kennen op een politieke bijeenkomst met als enig agendapunt de toekomst van Suriname, toen deel van het Nederlandse koloniale rijk. John werd geboren in ’s lands hospitaal in de Gravenstraat in Paramaribo in 1950, als derde van 4 kinderen.

Paul Devaux werd geboren in 1801 in Brugge tijdens de Franse overheersing, hij bracht zijn jeugd door tijdens de Hollandse overheersing en voorzag voor de rest van zijn leven een geheel eigen en nieuwe maatschappij.

Het kleine boompje was vrolijk en luid en kon geen 2 seconden stilstaan. Zijn moeder werkte in het Diakonessenziekenhuis als medisch secretaresse, zijn vader behartigde overheidsbelangen in het binnenland en John werd de Nederlandse geschiedenis en aardrijkskunde bijgebracht op de Richard Voulaire school in de Zorg en Hoop-wijk. Na het eten van de moksâleysi met witte bonen werd de tafel aan de kant geschoven en werd er viool en piano gepeeld. De metronoom wiegde mee. Terwijl niemand keek zat aapje Coco al aan de fyadu. In de bibliotheek stonden de boeken van Agatha Christie, Havank, Karl May, Dorothy Sayers en The Scarlet Pimpernel van Barones Orczy. Op de hoogste plank lagen 1001 nachten en Lady Chatterley’s lover. De klanken van Schubert vermengden zich met de magische geur van de jungle. They seek him here, They seek him there, Those Frenchies seek him everywhere Is he in heaven Is he in hell That damned illusive Pimpernel?

Paul Devaux werd gevraagd om met zijn vriend Joseph Lebaux (die als straatnaam opnieuw opduikt in hoofdstuk 13!) een grondwet op te stellen na de succesvolle revolutie tegen Willem I. Hij is ook diegene die de naam Leopold van Saksen-Coburg heeft voorgesteld als eerste koning van het nieuwe landje België. De intelligente politicus was zich tevens zeer bewust van het feit dat de eendracht van het nieuwe land het resultaat was van het hebben van een gezamenlijke vijand, namelijk het Koninkrijk Nederland en dat dit gezamenlijk front zou afbrokkelen na het ondertekenden van de scheidingspapieren met de grote noorderbuur. De inkt was nog niet droog of de vijand was niet langer extern.

Iedereen weet dat de dienst leesclubs niet werkt. In een kleine kring zit Mohamed naast Diane, zit Diane naast Kevin, zit Kevin naast Thierry en zit Thierry naast Mohamed. Iedereen houdt de adem in. De blik niet langer gericht over de schouder, maar voorwaarts en zijwaarts, rechts zowel als links. De blik gaat de cirkel rond en blijft even hangen op elk gezicht, alsof je het voor de eerste keer ziet. Is die zenuwtrek er altijd geweest? Je kan een pin horen vallen. Elke beweging kan fataal zijn. Wie knippert er eerst?

Thierry houdt halt ter hoogte van de ontbijtzaal van het Marriott-hotel. Hij hoort de gedempte tonen van zijn gsm en haalt deze uit zijn broekzak. Een bericht van Diane: hey Thierry mijn excuses ik zal er vandaag niet bij zijn familiaal noodgeval je kan me altijd bellen liefs. Thierry knielt en raapt een esdoornblad op. Hij veegt het droog aan zijn groene broek en steekt het voorzichtig in zijn achterzak waar hij vroeger zijn portefeuille hield. Het is 7u33.

Het leven is een uitgestippeld parcours, een lange rechte file, schuivend en drummend achter het vlaggetje van het geld aan. Enkel John kent er het bestaan niet van. Thierry stond al jaren naast de rij maar kijkend naar Johns cirkelend plezier begon hij zijn plekje aan debandere kant van het hek steeds meer te waarderen. Thierry keek naar de rij, keek heel aandachtig naar al die tronies en zag niemand waar hij voor of achter wilde staan. Hij liet het hek los, liep de berg af en de eenzaamheid verdween als sneeuw voor de zon.

John ademt diep in en klikt Candy Crush aan op het scherm. De vuilkar bereikt ondertussen de Zwarte Lievevrouwstraat die deze week de witte en de blauwe vuilzakken ophaalt. Het snoep vult in alle kleuren van de regenboog het scherm.

Als in een catacombe loopt Thierry verder naar het grootste podium van de stad en de locatie voor de volgende maand: het Beursplein!

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share