Categorieën
Sport

Allez l’Union!

Het sprookje van Union in de hoogste voetbalklasse blijft duren. AA Gent ging thuis woensdag vlot voor de bijl. Tegen Club Brugge behaalden de Brusselaars zaterdag een knap gelijkspel, nadat ze na een kwartier met 0-2 achterstonden en ze na een rode kaart voor Adingra met 10 man verder moesten. Na een felbevochten 3-3 tegen het Portugese Braga in de Europa League staat ook al vast dat Union Europees overwintert. En dat terwijl stadsgenoot Anderlecht in een ongemeen diepe crisis verkeert en oud-Union-coach Felice Mazzu aan de deur zette. Wat is het geheim van het succes van de geel-blauwen?

Als buurtbewoner in Vorst heb ik een abonnement genomen nadat de club in 2021 zijn intrede deed in eerste klasse. Nooit had ik verwacht dat Union meteen zou meestrijden voor de titel. Pas in de laatste matchen van de Play Offs moesten de Unionisten hun meerdere erkennen in Club Brugge. Nadat enkele sterkhouders in de zomer de club verlieten – aanvaller Deniz Undav, middenvelder Casper Nielsen, linksbuiten Kaoru Mitoma en succestrainer Felice Mazzu – vreesde ik een terugval.

Touchons du bois, maar Union blijft verbazen. De individuele prestaties kunnen vaak bekoren – kapitein Teddy Teuma dirigeert, verdediger Christian Burgess is onverzettelijk, Lazare Amani strooit assists rond en Dante Vanzeir vindt nog altijd gemakkelijk de weg naar het doel – maar het geheel is meer dan de som van de delen. Union heeft geen vedetten maar een team. De inzet en de mentaliteit zijn voorbeeldig. De spelers zijn niet vies van inspanningen, vertonen een unieke ploeggeest en geven nooit op. Ze verwennen het publiek met aantrekkelijk offensief voetbal. Ze spelen nooit op de 0-0 en zijn ook niet tevreden met een zuinige 1-0. Kersverse aanwinsten zoals de spitsen Victor Boniface en Gustaf Nilsson renderen meteen. Karel Geraerts, assistent-coach onder Mazzu, heeft als nieuwe T1 het DNA van de club behouden, nadat zijn voorganger twee seizoenen aan het team kon bouwen zonder dat er belangrijke spelers vertrokken.

Wat Union ook uniek maakt, is de warme, gemoedelijke sfeer in de tribunes. De supporters staan achter hun ploeg. Als er een tegengoal valt, blijven ze gewoon verderzingen. De tegenstander uitjouwen of de eigen spelers uitfluiten bij verlies, behoort niet tot de gewoonten, evenmin als het stadion uit ontgoocheling vroegtijdig verlaten. Al wordt er helaas al eens met plastic bekers gegooid – de club roept steevast op dit niet meer te doen – , een match bijwonen blijft een gezinsvriendelijke activiteit. In het Joseph Marienstadion, omringd door het Dudenpark, zit je ook niet ver van het veld. Op de laatste match van het vorige seizoen mochten de fans zelfs het heilige gras betreden.

Union is in een mum van tijd een exponent geworden van de nieuwe Brusselse identiteit. De club met stamnummer 10 heeft een rijke geschiedenis en werd 11 keer landskampioen, de laatste keer in 1935. De grote concurrent was toen Daring Club de Bruxelles, de voorloper van RWD Molenbeek. Maar Union zwelgt niet in nostalgie en spreekt nieuwe generaties Brusselaars met een verschillende achtergrond aan. De tickets blijven zeer betaalbaar. De voertaal in het stadion is Frans, maar je hoort ook veel Nederlands. Ik ontmoet geregeld Nederlandse, Italiaanse, Zweedse en Duitse expats die gecharmeerd zijn door de club. De supportersliedjes bezingen de liefde voor Brussel, van ‘De Bruxelles la fierté’ tot ‘Bruxelles, ma ville, je t’aime’. De trots op de stad, gekoppeld aan een open, tolerante houding, gericht op de toekomst, vind je vandaag ook in de Brusselse muziekscène (Stikstof, Zwangere Guy, Stromae, Arno, Angèle, Roméo Elvis) en het landschap van de artisanale bieren (Brasserie de la Senne, Brussels Beer Project, En Stoemelings, Cantillon, L’Ermitage).

De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen, in navolging van Doe Maar: “Als je wint, heb je vrienden, rijen dik, echte vrienden.” Wat als de resultaten bij Union uitblijven en de sfeer onder nul zakt? Nuchter bekeken is het succes van Union grotendeels te danken aan een rijke financier die de club in 2018 kocht. Tony Bloom verdiende zijn fortuin als pokerspeler en gokmagnaat en is ook eigenaar van de Engelse eersteklasser Brighton & Hove Albion, waar Rode Duivel Leandro Trossard vandaag het mooie weer maakt. Bloom en zijn medewerkers weten ondergewaardeerde spelers uit verschillende Europese competities binnen te halen op basis van uitgekiende data-analyses over hun prestaties en menselijke functioneren. Succesvolle spelers kunnen ze met winst verkopen of naar de Engelse zusterclub overhevelen. De Canvas-documentairereeks Allez l’Union toonde ook het verregaande professionalisme van de club. Weg romantiek!

Toch blijft het vooral genieten van het aanstekelijke voetbal dat Union dezer dagen op de mat brengt. Het is een verrijking voor het Belgische en Europese voetbal en voor de stad Brussel. Aangezien het huidige stadion niet voldoet aan de hedendaagse normen qua comfort en veiligheid en er ook geen uitbreiding of grondige renovatie mogelijk is omdat de voorgevel historisch beschermd is, moet er op termijn een nieuw stadion komen, waarmee de club ook extra inkomsten kan aanboren. Eentje zoals dat van OH Leuven, dat momenteel dienst doet voor de Europese wedstrijden. Liefst ook eentje met oefenvelden in de buurt, want het dagelijkse trainingscentrum is nu in Lier. De site aan het Bemptpark in Vorst heeft momenteel de beste kaarten, al laat de bereikbaarheid te wensen over. In België is het ook een ware lijdensweg om een nieuw voetbalstadion te bouwen. Dus de komende jaren blijft gelden: “Et quand vient le week-end, au parc Duden, je chante pour ton club. Allez l’Union!”

Share

Door Tom

Nieuwe Brusselaar met een passie voor taal, cultuur en journalistiek. Geboren in Sint-Niklaas. Studeerde Germaanse talen in Gent en woonde na zijn studie zes jaar in Berlijn. Houdt zich bezig met beleid en communicatie binnen de Vlaamse overheid en is journalist in bijberoep.