Categorieën
Brussel Actua Pellicule & papier Podium

Het nieuwe België volgens Tom Naegels

Tom Naegels kan zonder gêne zeggen dat hij in het Nederlandse taalgebied het belangrijkste boek van het jaar geschreven heeft. Hij kreeg immers de gelijknamige prijs voor zijn non-fictieboek ‘Nieuw België. Een migratiegeschiedenis’. Gisteren deelde hij zijn inzichten in een Bozar City Talk met kunstenares Laura Nsengiyumva en moderator Jana Kerremans.

Migratie is van alle tijden, maar Tom Naegels zoomt in zijn boek in op de naoorlogse periode, van 1944 tot 1978. Hij is intussen bezig aan het vervolg, maar dat kan nog vijf à zes jaar duren. Eén decennium per jaar vatten, is zijn streefdoel. Over de oorsprong van zijn fascinatie voor het thema hoeft hij niet lang na te denken. Hij was 16 toen het Vlaams Blok in 1991 electoraal doorbrak met zijn anti-vreemdelingenstandpunten. Zijn politieke bewustzijn ontwaakte op Zwarte Zondag.

In de loop der jaren zag de schrijver de kloof enkel groeien tussen burgers in de gemeenschap over hun houding tegenover de superdiverse samenleving. Het thema blijft niet alleen eeuwig actueel, van het tekort aan opvangplaatsen voor asielzoekers tot opstootjes na een voetbalmatch van Marokko, een oplossing lijkt niet naderbij te komen. Voor ethische thema’s als abortus en het homohuwelijk is er wel een vrij brede maatschappelijke consensus ontstaan.

It’s the economy, stupid!

Na de Tweede Wereldoorlog zijn migranten in verschillende golven naar hier gekomen omdat de bloeiende Belgische economie nood had aan werkkrachten. De overheid sloot daarover bilaterale akkoorden met andere landen, te beginnen met Italië in 1946 en later bijvoorbeeld ook met Marokko en Turkije in 1964. De ontvangst was zeker niet overal hartelijk. De leef- en werkomstandigheden van de ‘gastarbeiders’ lieten vaak te wensen over. Ze werden beschouwd als de exotische anderen, aan wie stereotypen en vooroordelen werden toegedicht, zoals de luie Zuid-Italiaan. In onthaaldiensten werd weinig geïnvesteerd, en het duurde decennia voor onderwijs voor kinderen met een migratieachtergrond op de agenda kwam en er eindelijk aan de schrikbarend hoge schooluitval bij ‘allochtonen’ gewerkt werd. Veel gemiste kansen dus.

België heeft ook geopolitieke en religieuze conflicten geïmporteerd. Dat blijkt uit het verhaal van de Grote Moskee in Brussel. Saoedi-Arabië kreeg in 1969 een verwaarloosd paviljoen in oriëntalistische stijl in het Jubelpark in erfpacht om er een moskee van te maken. Dat was een relatiegeschenk om de banden met de belangrijke aardolieleverancier aan te halen en ook meer te kunnen exporteren naar het Midden-Oosten. In de regio heerste toen wel een machtsstrijd tussen het pan-Arabische model van Nasser in Egypte en het pan-islamitische van Saoedi-Arabië en Marokko. Ons land koos dus partij en gaf vrije baan aan de verspreiding van het aartsconservatieve wahabisme in de moskee.

Geen hoera-verhaal

De Antwerpenaar Naegels is geen grote Brussel-kenner, maar hij schetste de spectaculaire toename van migranten in de hoofdstad in de jaren 60 en 70. De mijnen in Limburg en de Borinage sloten een voor een, terwijl het in Brussel gonsde van industriële activiteit en bouwwerken, van wolkenkrabbers tot de metro. De stadsvlucht van witte Belgen naar de Rand maakte ook dat er ook veel woningen vrijkwamen, vooral in de wijken, geconcentreerd rond het Kanaal Charleroi-Brussel. Hij stelt vast dat Brussel vandaag meer en meer een stedelijke identiteit ontwikkelt, maar dat het stigma op arme gemeenten als Molenbeek en Sint-Joost groot blijft en hoopt dat er nog vooruitgang op het terrein geboekt wordt.

Met de verhalen in zijn boek wil Naegels bijdragen tot meer kennis en dus ook meer empathie, al hoedt hij zich voor al te naïef optimisme. Hij gaat er eerder van dat we als mensen elkaar niet begrijpen, omdat we op een andere manier naar de wereld kijken. We kunnen de onkenbaarheid van de andere betere accepteren. Multiculturaliteit is ook geen hoera-verhaal, want ze kan nu eenmaal bijdragen tot het verdwijnen van sociale cohesie en vervreemding, samen met andere factoren als individualisering en digitalisering.

Dekolonisering

Laura Nsengiyumva voegde een Brusselse toets toe aan het verhaal. Zij heeft als Franstalige het boek in het Nederlands gelezen en herkende als Rwandees-Belgische het verhaal van mensen van kleur uit haar omgeving: de slavenarbeid, de verwaarlozing van het onderwijs, de meertaligheid die niet als rijkdom wordt gezien. Als artieste gaat ze de activistische toer op en pleit ze voor een dekolonisering van het straatbeeld.  Ze deed in 2015 het voorstel voor een levensgrote ­replica in ijs van het ruiterstandbeeld van Leopold II en pleitte onlangs in een door het Brussels Gewest bestelde werkgroep voor de omsmelting van het bekende beeld aan het Troonplein tot een memoriaal voor de slachtoffers van het kolonialisme.

Ook ‘Mister Brussels’ Eric Corijn liet zich in de vragenronde horen. Volgens hem is Brussel opgezadeld met een institutioneel Belgisch apparaat dat met zijn tweedeling Nederlandstalig/Franstalig niet aangepast in aan de polyglotte, superdiverse Brusselse realiteit. Hij verwondert er zich over dat politici van kleur volop meedraaien in het perfide systeem. Een reden te meer voor Nsengiyumva om te kiezen voor de accupunctuur van het activisme: prikken geven om Brussel te helen.

Bozar organiseert geregeld lezingen en debatten, in februari onder meer over de mystieke, esoterische kant van Zweden, de toekomst van Europa en een ode aan schrijfster Annie Ernaux.

Share

Door Tom

Nieuwe Brusselaar met een passie voor taal, cultuur en journalistiek. Geboren in Sint-Niklaas. Studeerde Germaanse talen in Gent en woonde na zijn studie zes jaar in Berlijn. Houdt zich bezig met beleid en communicatie binnen de Vlaamse overheid en is journalist in bijberoep.