Categorieën
Brussel Persoonlijk

Muziek om de hoek

De derde donderdag van augustus. Ik ben van Jette naar Etterbeek gereisd voor het derde deel van mijn massagecursus. Eerst leerde ik rug, schouders en nek masseren. Nu zijn armen en benen aan de beurt. Bij een massage komen gelukshormonen oxytocine en serotonine vrij. Masseren zou je eigenlijk op school moeten leren. In onze hoogtechnologische wereld verliezen we vaak de eenvoudigste remedies voor een beter leven uit het oog.

Vlakbij de straat van mijn massagetherapeut bewonder ik een mooi hoekhuis. Er is wat opknapwerk aan. Ik neem er een foto van en wandel verder.

Dan hoor ik muziek. Ze klinkt alsof ze live gespeeld wordt. Ik ben nog iets te vroeg, en wandel in de richting van de muziek. Op de hoek van de straat is een café. Een vijftiental mensen zit op het terras te spelen. Viool, gitaar, banjo, triangel, mondharmonica, cello, fluit, dwarsfluit.

Er lijkt in het café een feestje aan te gang: hapjes staan klaar. Ik spreek een vrouw in een mooi geel broekpak aan. Vraag of er een privé-evenement is. Ze zegt dat ze haar verjaardag viert. Daarvoor zijn twee tafels gereserveerd. Maar iedereen is welkom. De muziekgroep is er niet speciaal voor haar.

Wanneer ze even pauzeren, spreek ik een van de muzikanten aan. Hij vertelt me dat ze elke derde donderdag van de maand in dit café samenkomen om Amerikaanse rootsmuziek te spelen. Tot hoe laat? Tot tien uur. Het is bijna zeven uur. Misschien kan ik na de cursus nog even terugkomen.

Mijn therapeut staat me al in de deuropening op te wachten. We zien elkaar voor de vierde keer in acht maanden. Hij heeft me gemaild dat zijn Nederlands intussen zo goed is dat hij met zijn klanten Nederlands durft te praten. Hij volgt les op mijn school. Dat wist ik niet toen ik hem leerde kennen. Het is een van die vele toevalligheden in mijn leven.

In juni heeft hij het niveau Threshold 4 behaald. Ik zeg hem dat ik die module volgend schooljaar voor het eerst zal geven. In vlot Nederlands vertelt hij me over zijn rampzalige vakantie: zijn bagage is niet aangekomen op de heenweg, en tot op heden spoorloos. Het weer was veel te warm en de airco in het hotel maakte lawaai. Hij sliep slecht. Zijn terugvlucht werd gecanceld. Hij moet nog wat bekomen.

Ik ben blij dat ik niet ver ben gereisd, maar in Brussel gebleven. Om op de katten van vrienden te passen. In drie heerlijke huizen met mooie tuinen waar ik me heel welkom voelde.

Intussen is mijn partner voor de cursus – een vrouw deze keer – nog steeds niet komen opdagen. Ze moet het vergeten zijn. Ik vind het niet zo erg. We komen overeen dat mijn therapeut me in de plaats 75 minuten zal masseren.

Wanneer hij me aanraakt, voel ik overal pijn. Ik wist niet dat ik zoveel pijn had. Er was veel afscheid de voorbije weken, verdriet, gemis. Bovendien ben ik een paar dagen eerder in de vijver van mijn tijdelijk verblijf gevallen. De schrik zal nog wat in mijn lijf zitten. Wat ben ik blij in goede handen te zijn.

“Gaat het?”, vraagt hij als ik doorga.

Ik wandel terug naar het café. De sfeer zit er nu goed in. De muzikanten hebben pizza’s gehaald, de tafel staat vol pinten. Iemand trommelt op een grote plastic teil. Er worden drie taarten met brandende kaarsjes gebracht voor de jarige en het groepje schakelt naadloos van hun Amerikaanse rootsmuziek over op Joyeux Anniversaire. Wat een leuk verjaardagsfeest.

Dan zet de groep een lied in. Tot nu toe waren de nummers instrumentaal.

Oh parlez-nous à boire, non pas du mariage
Toujours en regrettant, nos jolis temps passés

De zanger speelt ook mondharmonica. Achteraf vraag ik hem wie het lied schreef. Het is cajunmuziek. Met een groep van een 35-tal muzikanten komen ze al vijf jaar, in wisselende bezetting samen om deze muziek samen te spelen. Ik vraag wanneer ze nog eens optreden.

“Volgende zondag in de Marollen.” Hij weet nog niet hoe laat. “Niet te vroeg, we doen het ’s ochtends rustig aan en dan komen we samen. Waarschijnlijk rond een uur of elf, in de Vossenstraat.” Hij vertelt me dat in het centrum van de stad spelen niet meer mogelijk is. Straatmuzikanten moeten auditie doen, en mogen maximum met twee zijn. Zo erg vindt hij het niet, want in het centrum verdien je minder. Mensen wandelen er sneller voorbij. “In de Marollen hebben de mensen tijd om te blijven luisteren.” “Oh, ik ga daar net een paar weken wonen,” zeg ik.

Hij woont in de buurt van de Louizalaan. Maar wel in 1000 Brussel. “Wist je dat de Louizalaan tot aan het Ter Kamerenbos bij 1000 Brussel hoort?” Hij legt me uit dat de koning vroeger officiële toestemming moest krijgen om het centrum te verlaten. Het was onhandig dat hij voor elke boswandeling toelating moest vragen. En daarom hoort de Louizalaan bij 1000 Brussel. “Een typisch Belgische oplossing.”*

Hoe regels mensen kunnen tegenwerken – maar ook veel mogelijk maken. Vaak heb ik het gevoel dat gesprekken met de mensen om me heen me meer leren dan het lezen van nieuwssites.

We nemen afscheid. “Misschien tot zondag,” zeg ik.

Dankbaar voor de warme avond wandel ik naar de bushalte.

In het huis van mijn vrienden wacht de kat me op.

*Geen idee of dit verhaal klopt, bij Bruzz lees ik een andere uitleg.

Deze bijdrage verscheen eerder op de blog De rode valies. Verhalen uit Brussel. Elke derde donderdag van de maand kun je een BARMSession (Brussels American Roots Music) bijwonen in het café Etcetera (Jules Maloustraat 26, 1040 Etterbeek). De laatste zondag van de maand zijn de muzikanten te gast bij Joran – Cidrothèque (Jacques Jansenstraat 3, 1030 Schaarbeek).

Share