Twee oudere mannen met hun vrouwen, kinderen en kleinkinderen zaten op de boemeltrein. Ze spraken in het Nederlands, Hindi en Engels. De talen werden door elkaar gesproken door de familie.
Ik kon horen dat één familie van hier moest zijn omdat ze al lang Nederlands spraken, gezien de kwaliteit van hun taalgebruik. Met een ander deel van de familie moest er echter Engels gesproken worden. De oudere generatie sprak onder elkaar Hindi, de kinderen konden dat ook nog voldoende, maar de kleinkinderen niet meer.
Drie talen om elkaar te verstaan in één familie, dat is veel, maar het valt eigenlijk best mee. Ik merkte op dat de talen gesegmenteerd waren. Kinderen die hier geboren zijn, moesten ook Hindi en Engels leren om iedereen te verstaan. Waarschijnlijk zal de familie zelf nog een groep vormen in de grotere diaspora. Kinderen moeten dan van jongs af aan veel talen leren. Echte polyglotten.
In Brussel blijft het vaak bij Nederlands, Frans, Engels en Arabisch. We kunnen moeilijk verstaan dat er hele diaspora’s jaren in het buitenland hebben geleefd. Zo was het Indiase ruimtevaartprogramma helemaal gebaseerd op terugkeerders, die afgedankt waren bij de NASA. Die ruimtereis koste minder dan een film maken in Bollywood.
In België zijn er rond de wereldoorlogen veel mensen weggevlucht, maar sinds 75 jaar lijkt de emigratie grotendeels stilgevallen. Belgen staan over het algemeen ook bekend als zeer honkvast. Er komen des te meer immigranten naar Brussel.
Toen ik op het einde van de rit in Brussel vroeg vanwaar ze kwamen, zei iemand uit de USA en iemand anders uit Kortenberg. Dat dacht ik al: Aziaten denken in andere termen.