De jaarlijkse hoogmis van de animatiefilm loopt op zijn laatste benen. Zondag worden in Flagey de winnaars van Anima bekendgemaakt. Een van de favorieten voor beste langspeelfilm is La Sirène van de Iraanse filmmaakster Sepideh Farsi, de openingsfilm van de Berlinale vorig jaar.
Farsi, die geëmigreerd is naar Parijs, keert voor de film terug naar een conflict uit haar jeugdjaren: de Iraans-Iraakse oorlog (1980-1988). De Zuid-Iraanse havenstad Abadan wordt al vlug een belegerde stad. De plaatselijke olieraffinaderij wordt zwaar beschadigd door bombardementen van de Iraakse luchtmacht. De 14-jarige Omid besluit bij zijn grootvader in de stad te blijven en beraamt een stoutmoedig plan: een achtergelaten boot opknappen om met een vijftigtal Iraniërs uit Abadan te vluchten.
De Frans-Duits-Luxemburgs-Belgische coproductie toont het alledaagse leven van een opgroeiende tiener in ongewone omstandigheden. Hij speelt voetbal met vrienden op een pleintje, bereidt zijn haan voor op hanengevechten, voelt een prille liefde voor de lieftallige Pari. De oorlog toont intussen zijn bloederige gelaat. De dagelijkse gevechten eisen hun tol. De broer van Omid is naar het front gegaan en overleeft het niet. De wapens zwijgen enkel als Irakezen en Iraniërs op hetzelfde tijdstip naar de Japanse anime UFO Robot Grendizer kijken.
Het verhaalt speelt zich af net nadat de Iraanse revolutie ayatollah Khomeini aan de macht gebracht heeft. De vrijheid is ingeperkt: vrouwen moeten een hoofddoek dragen, alcohol is verboden, de bekende operazangeres Elaheh mag niet meer optreden, de Armeens-Apostolische kerk is ondergronds gegaan.
Omid neemt om geld te verdienen een baantje van een ernstig gewonde vriend over. Hij bezorgt met zijn motorfiets maaltijden. Ook aan het leger, waar hij hoort dat Abadan dreigt ingenomen te worden. De jonge snaak, zoon van een gestorven kapitein, organiseert een reddingsactie met een kaduke lenh, een traditioneel Iraans schip, genoemd La Sirène. Maar voordat de eigentijdse Ark van Noah, inclusief dieren en een icoon van de Maagd Maria, kan uitvaren, moet Omid eerst een nieuwe kapitein vinden en een netwerk opbouwen van helpers.
De chronologisch vertelde film is getekend in 2D met klare lijnen en valt op door de kleurrijke tinten, die je onderdompelen in oriëntaalse sferen. De soundtrack bevat, naast westerse genres, ook traditionele Iraanse muziek, gespeeld op de dammam (drum) en ney-anban (een soort Iraanse doedelzak).
Het resultaat is een meeslepende en innemende film, die mooi wisselt tussen hoop en wanhoop, magisch-realisme en harde realiteit. De toon is ingehouden, het sentiment wordt vermeden. We zijn getuige van een soms avontuurlijke overlevingsstrijd, zonder valse heroïek of nationalistisch sentiment. Want zoals een Iraanse generaal tegen Omid zegt: “We moeten niet allemaal vechten in deze oorlog. Eigenlijk zou niemand dat moeten doen.”
Festival Anima loopt nog tot en met zondag 3 maart. Op 2 maart vindt de Animeernacht plaats.