Categorieën
Brussel Persoonlijk

It’s the mentality, stupid

De titel is vrij naar Bill Clinton die er de verkiezingen mee won. Misschien een tip voor wie ook die ambitie heeft in onze stad. Onze vervuilde stad. Ik las dat ze tips en ideeën vragen over hoe het beter kan. Ik wandel dagelijks mijn 10.000 stappen door deze stad. Of toch bij benadering. Ik fiets ook dagelijks in deze stad. Gebruik de metro, tram, auto. En ik woon in de piétonnier.

Ja, ik ken mijn stad. Ik zie mensen hun kleine en grote behoeften doen gewoon op straat. Deze zomer hadden er minstens twee last van diarree toen ze gewoon aan de entree van de opera passeerden. Het was bouwverlof en de medewerker bevoegd voor “gevoeg tegen de voordeur” lag vast op een zonnig Spaans strand. Het duurde weken eer het gereinigd was. En dat is symbolisch voor een absoluut symbool van onze cultuur. Gisteren wandelde ik in een boogje om 22 uur naar huis op de Anspach… in een boogje om de plassende alcoholist heen… die midden op de Anspach zijn behoefte stond te doen… gelukkig is er een alcoholverbod.

Ja, ik ken mijn stad. Ik vermijd meer dan de helft van de wijken net buiten de kleine ring na donker. Matonge mijd ik niet. Het ziet er anders uit, maar is eigenlijk best veilig. Je wandelt van het Londenplein en plots zit je in een andere wereld. Een wereld waar ik als blanke middenklasser om de 100 meter als potentiële klant aangesproken word. Wiet, coke, you name it. Het buffet is open. Bij het naderen van de Chaussée d’Ixelles moet je de baan op als voetganger. Te veel vuilniszakken, stoelen, frigo’s, … Ik begrijp dat het onveilig aanvoelt, maar het is nog best ok. Niemand heeft belang bij het aanvallen van een potentiële klant. Enkel het feit dat ik dat schrijf is niet ok. We tolereren way to much. Tolerantie en gewenning als valkuilen.

Ja, ik ken mijn stad. Dat fysieke lastig vallen ligt anders bij zowel Noord- als Zuidstation. Die buurten vermijd ik na donker. Mijn tijd op de 100 meter sprint is niet meer wat het ooit was. De coke en wiet van Matonge zijn er vervangen door goedkope crack. En dat… dat is anders. Zoals iedereen wel eens ervaart die bepaalde metrostations gebruikt. Yser, om er maar één te noemen. Mijn dochter loopt school in St-Lucas achter de Aarschotstraat. En believe me, “lopen” is het juiste woord.

Ja, ik ken mijn stad. Als fietser vermijd ik dan weer de Gentsesteenweg. Die is het terrein van dubbelpakeerders en “jonge gasten die nooit een rijbewijs gehaald zouden mogen hebben” (het zijn eigenlijk nooit vrouwen). Eén verkeerde blik en je kan je tandverzekering aanspreken, al lispelende. Gelukkig liggen er altijd wel ergens matrassen langs de kant van de weg. Zo kan je wat bekomen vooraleer je recht krabbelt. Belangrijker dan straten verkeersvrij maken, is het aanpakken van ongepast verkeersgedrag. En fietsdiefstal, maar mijn drie gestolen fietsen verdienen hun eigen blog. Mijn vierde – en recente – fiets laat ik nergens achter. Dus tot zover een fietsbeleid. Je kan hem enkel thuis veilig parkeren.

Ja, ik ken mijn stad. In St-Gilles is het al niet beter. Zat ik er onlangs op een cool pleintje met zuiderse Griekse restaurantjes. Echt tof, de geur van look en gamba’s heb ik altijd geapprecieerd. En ondertussen kon ik een scène uit de schitterende maffiaserie “Gomorra” bekijken. Een heuse drive-in vergelijkbaar met het “betere” hamburgerrestaurant. Raampje open, iemand neemt de bestelling op, iemand casht en een laatste levert de take-away af. Next. En als het druk wordt, snuif je eens om de stress aan te kunnen. Relax man, it’s okay.

Ik maak geen promo voor de één of de andere politieke partij. Maar laten we even teruggaan naar de jaren 80 in de Franse politiek. Ver in de tijd en ook geografisch ver genoeg om veilig te kunnen gebruiken als voorbeeld. Mitterrand werd er in 1981 president. Hij zou de veel te lange termijn van 7 jaar presidentschap aanpassen, had hij beloofd. Hij deed het natuurlijk niet en bleef 14 jaar op post. Vergis je niet, het was hem om zichzelf te doen. Niet la douce France, niet de financiën (die werden een puinhoop in zijn eerste jaren). Het was hem zeker niet te doen om de visie of de moraal. Hij kelderde zelfs een schip van Greenpeace en bleef nucleair afval in zee dumpen. Nee, deze politicus veranderde de Franse politiek op een andere manier. Het ging er hem – en degenen na hem – enkel en alleen om om aan de macht te blijven. Niet om beleid te voeren. Of zoals Napoleon ooit zei: “D’abord il faut gagner, et puis on verra.” 

Wel, laat ik het zo stellen. Wie mijn stem wil, moet eerst een visie ontwikkelen. Een visie op veiligheid, properheid. Een visie op wat we aanvaardbaar gedrag vinden en wat we niet meer accepteren. 

In de hoop dat ik ‘s morgens niet meer moet uitkijken voor het hoopje kots voor de deur. Dat ik mijn adem niet meer moet inhouden bij ieder historisch monument omwille van de pisgeur. Dat mijn dochters op de Anspach kunnen wandelen zonder betast of aangesproken te worden. Dat ik relaxed kan fietsen zonder vrees voor mijn leven. Dat we geen stoelen zonder poten zomaar op de stoep weggooien. Dat we niet meer overal dubbel parkeren, de stoep oprijden met onze bagnole of een luide knalpot op de scooter plaatsen. Laten we afspreken dat we dat niet meer tolereren. Beste politici, laten we dat contract met de bewoners maken. Even iets verder kijken dan Nietzsche’s “Wille zur Macht”. Want ik hou van mijn stad. En dat vergt een grote portie idealisme. 

En nu ga ik fietsen, want het is per slot van rekening autoloze zondag. Even naar de markt op Flagey, of misschien Sint-Gillisvoorplein. Brood en groenten voor de komende week. 

Share