Categorieën
Muziek Podium

Zanger-producer Edouard van Praet: ‘Alles komt samen in een zoektocht naar identiteit’

De Brusselse zanger en producer Edouard van Praet doet steeds meer wenkbrauwen omhoog gaan na zijn deelname aan Humo’s Rock Rally. Hoewel hij daar niet met de hoofdprijs ging lopen, liet hij op veel mensen een positieve indruk na, en niet alleen door zijn stormachtige performance. Edouard bracht al twee ep’s uit waar hij een bescheiden aantal luisteraars mee kon winnen op de digitale platformen. Dit jaar bracht de muzikant stelselmatig nieuwe muziek uit in aanloop naar zijn eerste album, Mascarades, dat op 4 oktober uitkwam. Wij spraken met hem over dat album en de ontstaansgeschiedenis ervan.

Edouard van Praet (c) Forrest Flanders

De meeste mensen kennen je waarschijnlijk door je deelname aan Humo’s Rock Rally, vooral in Vlaanderen dan. Is er in Brussel ook een scene waar je bijhoort?

De meesten kennen mij via Humo’s Rock Rally inderdaad. Daarbuiten zou ik niet weten hoe mensen mij zouden kennen. Echt deel van een scene ben ik niet echt. Ik heb natuurlijk veel goeie vrienden die muziek spelen. Een van die vrienden, Joseph, is bijvoorbeeld veel bezig met sixties psychedelische rock. Daarnaast heb je hier en daar wel een punkbandje, wat rappers en enkele elektronische artiesten, maar ik heb niet echt het gevoel dat ik per se tot een scene moet behoren.

Al vanaf toen ik een kind was, was ik muziek aan het ontdekken. Vanaf mijn vijftiende ben ik er dan wat serieuzer mee beginnen omspringen met mijn vriend Joseph. Daarvoor luisterde ik vooral naar metalcore, deathcore en post-hardcore. In de basisschool luisterde ik dan weer naar rap. Meestal was dat op mezelf en had ik niet echt iemand om mijn smaak mee te delen. Dat gevoel heb ik nu ook wel met mijn eigen muziek. Ik kom overeen met heel wat artiesten in mijn omgeving, maar echt deel van een scene ben ik dus niet.

Om een voorbeeld te geven: mijn Botanique-show is voor de helft elektronisch. In het geheel komen er veel stijlen aan bod, maar ik probeer wel telkens een gelijkaardig gevoel teweeg te brengen. Door middel van emoties, boodschappen, vriendschap of sound zijn er altijd wel scenes. Ik ben geen genrenazi: ik kan van heel wat stijlen genieten. Ik stel mezelf graag open en ik hoop dat ik mensen daarin mee kan nemen. Volgens mij is het de taak van een artiest om mensen naar nieuwe dingen te doen luisteren en nieuwsgierig te maken naar invloeden waar ze niet mee bekend zijn.

Die filosofie komt ook mooi naar boven op het album.

Ja. Ik had een coherent rockalbum kunnen proberen te maken, maar ik heb liever dat de luisteraar van de ene verrassing in de andere valt. Ik hou er zelf wel van om albums te beluisteren, maar ik vind mijn eigen playlists ook leuk. Ik heb een playlist met klassieke muziek, metal, pop, rap… Soms ben ik aan het luisteren naar een klassiek muziekstuk en wordt dat gevolgd door glitchy hyperpop, iets hardcore of iets zacht. Ik vind het leuk om verschillende stadia en emoties te ervaren. Dat is ook iets wat ik met dit album heb geprobeerd. Ik doe mijn best om trouw te blijven aan mezelf. Hoewel alle liedjes anders klinken, zit er toch een rode draad in, een ‘fil conducteur’. Ik hoop dat de mensen zo ook nieuwe genres leren kennen.

Je album is heel eclectisch. Schrijf je dan ook je nummers op verschillende manieren naargelang het genre?

Niet echt. Soms liet ik mij inspireren door instrumenten die ik speciaal voor dit album heb leren spelen. Meestal probeer ik gewoon te schrijven in de loop van de dag en na een bepaald moment geraak ik in een trance. Dan vloeien de lyrics eruit en gaat het automatisch. In dat opzicht ben ik niet bewust de meester van mijn eigen werk. Ik word graag verrast door wat ik schrijf. Dingen waarbij ik mezelf in vraag kan stellen. Soms liet ik enkele dingen horen aan muzikale vrienden om wat feedback te krijgen. Dan zag ik hun hoofd bewegen, of gaven ze mij vreemde reacties, maar dat is ook oké. Voor mij gaat deze plaat vooral om mensen verrassen en misschien zelfs te doen schrikken.

Is dat wat ‘mascarades’ voor jou betekent?

Ja, het is een referentie naar hoe leraren soms een hyperactief kind op de vingers tikken: ‘arrête tes mascarades!’ Het is een spelletje. Het kind speelt en probeert dingen te vinden die hem bezielen en waarmee hij kan spelen. Volgens mij is dit album een metafoor voor dat proces. Er zitten veel dingen in: feiten, leugens, grapjes, enz. Maar door het gebruik van alle verschillende geluidjes zit er toch nog ergens een authenticiteit in.

Je zei daarnet dat je graag verrast wordt door de nummers die je schrijft. Wat is het meest verrassende liedje op deze plaat?

Een van de meest verrassende is waarschijnlijk “L’Allumé”, net omdat het zo poppy klinkt. Ik probeer er ergens ook de draak mee te steken. “Sandimamamorane333” was dat ook: toen ik die aan het schrijven was, dacht ik bij mezelf: ‘shit, ik kan dit echt niet neerschrijven’, maar als die gedachte mij te binnen schiet, is het meestal juist wél goed om er verder mee te gaan. Dat is ook wat ik zo leuk vind aan mijn album: er zitten dingen in die ik misschien wat minder leuk vind, maar je kan elk nummer via verschillende perspectieven benaderen. Een ander nummer dat ik wel leuk vind, is “Quand T’es Pas Là”, het voorlaatste liedje, omdat het een interessante mix is van kitschy pop. De lyrics zijn heel simpel, bijna kinderachtig, maar in het refrein wordt er keihard geschreeuwd. Die song is live leuk om te spelen omdat het zo intens is, maar daarom is het ook vermoeiend.

Dat intense live-aspect hebben we inderdaad al gezien. Hoe je verdwijnt in de muziek is indrukwekkend.

Die trance zit er ook wel in als ik thuis of in de studio muziek aan het maken ben. Dat betekent niet dat ik die trance niet onder controle heb, want volgens mij weet mijn lichaam wel waar het naartoe wil en wat de grenzen zijn. Als ik aan het schrijven ben, weet mijn brein ook welke richting het uit wil. Er is iets fascinerend aan het dragen van een masker en je achteraf afvragen waarom je het in de eerste plaats droeg. Dat verhaal verdient aandacht. Alles komt samen in een zoektocht naar identiteit, in het vinden van de waarheid in leugens en leugens in de waarheid. Dingen die vroeger als waarheid werden beschouwd, kunnen nu leugens zijn. Een karakter spelen op het podium is geweldig. Grappig ook, want ik denk niet dat dat karakter per se minder ‘echt’ is, als ik het vergelijk met hoe gecontroleerd en gedisciplineerd ik mij gedraag in mijn dagelijkse leven. Je moet beleefd zijn, jezelf deftig kleden, op tijd komen, enz. Niet dat ik die dingen niet doe, maar het is een andere manier van jezelf opstellen.

Wanneer had je door dat het artiest-zijn deel van jouw identiteit was?

Toen ik een kind was, was die droom al aanwezig. Muziek was dat ook: ik heb een tijdje piano leren spelen, maar ik was een slechte student en kon de noten niet lezen. Dan probeerde ik te spelen op het gehoor, maar uiteindelijk ben ik er gewoon mee gestopt. Dan ben ik beginnen te schreeuwen op mijn kamer omdat ik veel naar metal luisterde. Toen ik dertien-veertien was, probeerde ik dubstep te maken in FL Studio. Niet lang daarna ben ik pas echt met rock-‘n-roll begonnen en dat was de eerste keer dat ik echt bij iets ben blijven plakken.

De rock-‘n-roll was er trouwens altijd wel al op de achtergrond: Nirvana, The Offspring, enz. Ik hield van intense muziek. Het geschreeuw. Ik weet niet waarom ik me daar zo aangetrokken toe voel. Er is iets zo hevig en verzadigend aan. Het is een mes dat aan twee kanten snijdt. Aan de ene kant vind ik het leuk om te doen, maar als je het niet goed doet met de juiste techniek – zoals ik – verpest je je stem ermee. Het is riskant. Een beetje zoals pharmakon. Het heelt, maar het vernielt ook.

Op welke vlakken ben je geëvolueerd sinds je laatste ep?

Ten eerste denk ik dat ik veel meer inspiratie haal uit elektronische muziek. Dat was al een grote evolutie van Doors naar Cycles, maar nu is dat nog meer het geval. Daarnaast zing ik ook meer in het Frans. De keuze voor de taal waarin ik een nummer schrijf, gebeurt vrij natuurlijk. Toen ik eerst liedjes begon te schrijven, gebeurde dat voornamelijk in het Engels. Het Frans voelde in die zin onnatuurlijk aan, terwijl ik die taal wel het meest gebruik in mijn dagelijks leven. Mijn eerste nummer in het Frans, ‘Ivresse De Minuit’, voelde wat geforceerd, maar nu gaat dat al veel beter. Ik heb ook het gevoel dat ik over andere dingen ga schrijven als ik switch van taal. Ik verken andere filosofische kwesties, bijvoorbeeld. Een derde evolutie is dat er simpelweg meer tracks op deze plaat staan. Ik denk dat ik daardoor meer mijn tijd heb kunnen nemen om mijn verhaal volledig uit te leggen. Er zitten heel veel verschillende genres in, van classic rock tot reggaeton en zelfs industriële gabber. Ik kan de extremen verkennen.

Ben je al bezig met een volgend hoofdstuk?

Ja, ik stop eigenlijk nooit echt met schrijven. Er staan nog dingen gepland waar ik nu niet veel over kan vertellen, maar ik blijf verkennen. Ik luister naar steeds meer genres en artiesten, dus ik blijf ook inspiratie opdoen. Op dit moment is The Hellp een band waar ik graag naar luister. Die groep combineert hyperpop en rock-‘n-roll. In de nabije toekomst staan er nog wat shows gepland, zoals in Frankrijk en misschien zelfs in Québec.

Mascarades is uitgekomen op 4 oktober en werd voorgesteld in de Botanique op 26 oktober. Je kunt Edouard van Praet volgen op Facebook en Instagram.

Dit interview van de hand van Guillaume Beauprez verscheen op de muziekwebsite Dansende Beren.

Share