Categorieën
Brussel Persoonlijk

Geef de Brusselaars een horizon!

Hoeveel keer hebben we het moeten aanhoren tijdens de eindeloze coronaperiode, die uitspraak van experten en beleidsmakers: ‘We moeten de mensen een horizon geven’. Dat ging dan over zowat alles – van het hervatten van het werk tot het opnieuw kunnen kussen – behalve over de horizon in de letterlijke zin van het woord.  

© Sarah Louisa Kato | Koninklijke Sint-Mariakerk

Sindsdien denk ik vaak aan die uitspraak. Voor het gemak verzin ik er dan meteen een regenboog bij, over een uitgestrekt meer, met hier en daar een woning die in het landschap opgaat, een stralende zon die vanachter een mistige regenwolk tevoorschijn komt en die de omgeving een gouden gloed geeft.

Want inderdaad, mensen hebben een horizon nodig, een eindeloze verte waarop je je blik kan laten rusten en die je hersenen een ander perspectief geeft.

Telkens weer bedenk ik hoe oneerlijk het is dat zo weinig mensen genieten van een écht uitzicht, de term ‘horizon’ waardig. Levend in krappe appartementen, zonder terras, door zoveel grijstinten omgeven dat zelfs de meest grijze muis ervan wegkwijnt. Mentaal maakt het nochtans een verschil: het – letterlijk – hebben van een uitzicht. En een beperkte woonoppervlakte voelt zo ook meteen een pak ruimer aan.

Uitzicht is dan ook de reden waarom ik woon waar ik woon. Niet erg hoog, maar toch een zicht dat letterlijk wat ademruimte geeft. 

Eindeloos kan ik genieten van die plekken in de stad, waar nagedacht is over het uitzicht. Waar je al het moois van de stad in één blik te zien krijgt, aan een eindeloze horizon. Waar je gedachten getemd en verzacht worden en de schoonheid van de stad even tot je doordringt.

En gelukkig zijn er nog plaatsen waar uitzicht gewoon voor iedereen beschikbaar is.

Van Brukselbinnenstebuiten leerde ik dat enkele van de huidige uitzichten nog min of meer te danken zijn aan de persoonlijke wensen van twee ‘mannen-met-een-balkon’. Zo moest de binnenstad vanop het balkon van het Koninklijk Paleis te zien zijn. Vanaf de jaren 1950 werd dat echter losgelaten en rezen allerlei torens op.

Tot een andere invloedrijke man-met-een-balkon, de Brusselse burgemeester François-Xavier de Donnea, in de jaren 1990-2000 zó beschaamd was over het zicht dat hij zijn gasten moest tonen, dat hij ernaar streefde om de torens die zichtbaar waren vanaf het bordes van het stadhuis te verlagen bij elke aanvraag tot renovatie.

Tussen die twee balkonperiodes in, was er ook aandacht voor andere stadsgezichten. Zo ontstond in 1972 het portfolio ‘Atlas van toelaatbare hoogten’, waarin voor 26 stadsgezichten de maximale hoogte voor hoogbouw werden vastgelegd. Een document zonder juridische waarde, maar dat wel tot in 2018 gebruikt werd bij beoordeling. Het in 1995 goedgekeurde Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP) – voor het eerst met ambitie rond ‘stadslandschap’- verwees er naar. Ook het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) uit 2018 bevat een visie over hoogbouw.

© Sarah Louisa Kato | Noordstation na afbraak van het CCN-gebouw

Maar al zijn er lichtpuntjes: na de afbraak van het CCN-gebouw is een fietstocht door de drukke Picardstraat een pak aangenamer nu het prachtige Noordstation, met daarachter de Koninklijke Sint-Mariakerk van Schaarbeek, terug zichtbaar is.

Toch groeit frustratie over het langzaamaan afknabbelen van de uitzichten voor elk van ons, ten voordele van het uitzicht voor enkelen. Het is het bang afwachten welk het effect van de geplande nieuwe torens voor het Noordstation zal zijn.

En ik ben alvast niet de enige die zich steevast afvraagt waarom het uitzicht aan de Triomfboog in het Jubelpark per se verstoord moest worden door ‘The One’-toren, geenszins een stijlvol ‘landmark’ die naam waardig.

Begrijp me niet verkeerd, het lijkt me soms heerlijk wonen in zo’n toren, maar of het nu Up-site aan het Kanaal of Elka aan het Weststation is, vrolijk wordt een mens niet van een dergelijk gebrek aan originaliteit en esthetiek. Ik ontwaar er weinig liefde in voor het vak, het vakmanschap, de stad, de bewoners. ‘Schoon van ver, maar ver van schoon’, zouden ze thuis zeggen. Want ja, een horizon mag wel wat reliëf en de reflectie van de zon op zo’n glazen muur kan al eens verrassend mooi zijn, maar ook voor wie pal tegen die hoogbouw aan huist, mag het aangenaam blijven.

Met dure rooftopbars en metershoge appartementsgebouwen wordt Brussel steeds meer een stad waar het uitzicht, de broodnodige horizon, geprivatiseerd wordt. Ons uitzicht wordt verkocht, en daarmee een stukje van ons mentaal welzijn.

Ook in mijn buurt wordt binnenkort opnieuw een stukje van publieke uitzicht afgeknibbeld.

‘AFB. 9 De Jubelfeestbrug biedt vrij uitzicht over de Noordwijk en de site van Thurn & Taxis’, zegt het bijschrift van een foto in het dossier stadsgezichten van Urban.Brussels, maar waar dat uitzicht tot voor kort fantastisch was, zeker tegen zonsondergang, staat de volgende fase van de ontwikkeling van de site garant voor het einde van dat ‘vrije’ uitzicht.  

© Sarah Louisa Kato | Zicht vanop de beschermde Jubelfeestbrug

Nextensa plant er het project Lake Side. Of eerder een side lake, want hoewel de vijvers op zich mooi zijn, vallen ze behoorlijk klein uit in verhouding tot de omstaande gebouwen en dat wordt er niet beter op als ze nog meer ingesloten zitten tussen het beton. De enige plaats waar ze de weidsheid van een volwaardige lakeside benaderen, is op de verkooptekening. Leve de pocketvijvers – een broekzak groot – in de schaduw van maar liefst 16 nieuwe gebouwen.

Ook de gebouwen die er al staan riskeren overschaduwd te worden. Niet in het minst het fantastisch kwalitatief gerenoveerde Gare Maritime en bijgebouwen. Ooit heer en meester over de vlakte. Het GPDO (p70) zegt: ‘Zo kunnen hoge gebouwen de mogelijkheid bieden om sommige gebieden in Brussel te verdichten, maar tegelijk het open karakter ervan te vrijwaren’. Gaat het hier echter niet om verdichting én verhoging? Waardoor dat ‘behoud van open karakter’ op z’n minst voer voor discussie is, al voldoet het blijkbaar grotendeels aan wat het Bijzonder Bestemmingsplan toelaat.

© Nextensa | Lakeside

De vele simulatiefoto’s ten slotte, hebben één ding met elkaar gemeen. Het enige perspectief dat telt (en dus getoond wordt), is het getrapte zicht vanuit de Gare Maritime. Dat buurtbewoners, medewerkers van de achterliggende overheidsgebouwen en al wie het park bezoekt op een strakke muur van dichte hoogbouw zal kijken, blijft buiten beeld. Al is het vijf over twaalf, tijd om de blik toch iets meer op de buurt en haar bewoners te werpen?

Share