Categorieën
Brussel Persoonlijk

Brussel, niet geschikt voor taalpuristen

Alweer een mooi aantal jaren geleden gaf ik een presentatie in het Brusselse. Ik wist toen nog niet dat een aanwezig directielid uit Parijs afkomstig was, en ik Belgisch-Brussels Frans spreek. 

Toen ik voorstelde “de dérouler le projet”, kreeg ik in de vergaderzaal de wind van voor. “On ne déroule pas des projets, on déroule des tapis.” Meer wist ze niet uit te brengen, maar het was meteen duidelijk wat ze er in Parijs van dachten. Wat ze van het project dacht… daar heb ik het raden naar… Het was een complex verhaal, misschien iets te complex om uit te rollen.

Na al die jaren vraag ik me nog altijd af hoe deze dame het volhield in Brussel. Deze stad is immers héééélemaaaal niet geschikt voor taalpuristen. En dat is o zo charmant. Veel charmanter dan Parijs ooit zal zijn. 

Ik kwam op het idee om enkele schoonheden te dérouleren terwijl ik in Le Trappiste de kaart bekeek en twijfelde tussen een “eierkoek” (“omelette”) of “witloofen rol” (sic). Sindsdien heb ik een aantal taalcapriolen verzameld. Taalcapriolen die me nauw aan het hart liggen. En die je enkel in deze stad tegen kan komen…

Op zondagavond ga ik wel eens kaarten met vooral Franstalige Brusselaars, en tussen twee spelletjes deelde de medespeelster mee: “Je vais prendre un slokske de l’eau.” Geniaal toch. 

Eerder kocht ik een Franstalig boek bij Passaporta, en bracht de kassier in verwarring met mijn “goedemiddag”: “ça fait acht euro zeventig”, was het resultaat.

Ok, Anderlecht doet het niet denderend. En daar heb ik eigenlijk wel plezier in. Union is een stuk gezelliger en mijn dochter speelt wel eens tegen RWDM. Anderlecht… nee, maar hun supporters achteraf bij een Ramen op de Vismarkt, die mochten er zijn: “Le Flamand avec les kruls là”, was een mooie om op te vangen. 

Café is tout court een bron van vermaak. Zeker in Brussel. Op terras van Le Coq, hoorde ik: “J’ai missé mon bus.” Die mocht dus een andere manier zoeken om thuis te raken. En bij Billie ving ik een mooi gesprek aan de toog op terwijl ik op mijn pintje wachtte: “Il fumait dans le kotteke au jardin.”

Eindigen doe ik op het werk. Twee mooie van voorbeeldige collega’s. De eerste zei me: “Je te vois fronsen.”, en tijdens een lunch zei een andere: “Je le jette dans le vuilbak.” Geniaal toch. Hun Moulin Rouge is er niets tegen. Geef mij maar Brussel boven Paris.

Share