De eerste avond van het jaarlijkse streetfoodfestival Streat Fest op Tour & Taxis staat volledig in het teken van vrouwelijke chefs. Zogenaamde ‘Streat cheffes’ pakken op eetstandjes en in interactieve workshops uit met tongstrelende creaties. De avond wordt mee mogelijk gemaakt door het Brusselse culinaire collectief S.H.I.F.T. We spraken met de initiatiefneemster Alice Jaroszuk, die de laatste jaren naam maakt als patissier en bakker.
Wat mogen we verwachten van de Streat Cheffes vrijdagavond op Streatfest?
We organiseren ’s avonds twee workshops, waarin telkens vijf vrouwelijke chefs hun kunnen tonen. Ze serveren heerlijke hartige gerechten, lekkere desserts en uitgelezen kazen met aangepaste alcoholische en niet-alcoholische dranken. Ook op de standjes valt van alles te proeven. Enkele Brusselse voorbeelden: Lyla Bangels van wijnbar Titulus, Alice Pollet van het creatieve biologische restaurant Brut, Charlotte Degive van de vegetarische kantine Archie en Martha Meeze van koekjeswinkel Chez Martha.
Waarom ben je gestart met het Brusselse collectief S.H.I.F.T.?
Vrouwen in de gastronomie – of ze nu werken in de keuken of in de zaal van een restaurant of als bakker of als slager – hebben het vaak niet gemakkelijk. Ik heb anderhalf jaar geleden het netwerk S.H.I.F.T. opgericht om hen samen te brengen, zodat ze kunnen connecteren en van elkaar leren. We organiseren netwerkevents en workshops. Zo hadden we een opleiding rond foodfotografie met de smartphone. Onze WhatsApp-groep telt circa 130 leden, onze vzw een 80-tal.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor vrouwen in de horeca?
Vrouwen worden vaak niet au sérieux genomen, niet door klanten, niet door leveranciers, niet door collega-restauranthouders. Ze moeten zich dubbel zo hard bewijzen. Het ontbreekt ook aan tot de verbeelding sprekende rolmodellen. Bij een sterrenchef denkt de goegemeente automatisch aan een man, niet aan een vrouw. Gezien de lange werkdagen en onregelmatige uren in de sector worstelen vrouwen met de combinatie van werk en privé- of gezinsleven.
Je hebt zelf al wat watertjes doorzwommen in de culinaire wereld.
Klopt, ik ben geboren in Polen. In Lyon heb ik het koksvak geleerd in het vermaarde Institut Paul Bocuse, waarna ik in twee Franse sterrenrestaurants gewerkt heb. In Kopenhagen bij Geranium bekwaamde ik me in patisserie, en die vaardigheden heb ik in België verder verfijnd in L’Air du Temps van San Degeimbre. In San Francisco heb ik me verdiept in zuurdesembrood. Terug in België ben ik eerst aan de slag gegaan bij Pierre Marcolini, in de research & development. Daarna volgden twee bakkerijen in Elsene: Khobz en Goods. Nu weet ik nog niet wat de toekomst brengt, maar ik barst van de ideeën.
Vind je Brussel een gastronomische toplocatie?
Absoluut. Het aanbod is divers en hoogstaand. Brussel is een multiculturele stad met veel invloeden. Het is ook een speelveld voor talrijke getalenteerde chefs en culinaire ondernemers. En de mensen houden van het goede leven. Ze gaan graag op restaurant en staan open voor nieuwe ontdekkingen.
Tot slot, wat is je favoriete streetfood?
(Lacht) Als ik eerlijk mag zijn, ik hou het graag basic. Het is misschien cliché, maar laat op de avond eet ik graag een goeie kebab. Mijn favoriete adresje is Snack xl op het Drievuldigheidsplein in Elsene.
Streat Fest loopt van vrijdag 16 tot zondag 18 mei op Tour & Taxis.
