Tegen het lijf gelopen in de vele groene longen van deze stad, maar handig ontweken.
De Snelwandeloper, een weifelaar die nog niet heeft uitgemaakt in welk discipline hij zich gaat vervolmaken. Ik bied op lopen, maar de grens is flinterdun, toch zou hij volgens mij worden gediskwalificeerd in het snelwandelen.
De Wroeter heeft een moedige doch hoekige stijl. Hij ziet af maar doseert verstandig. Als een mol op drift, achternagezeten door een rivaal baant hij zich een weg door het park.
De Buigende helt heel fel naar voren – vermoedelijk denkt de vrouw in hagelwitte training dat ze daardoor sneller klaar is. Wishful thinking. Het lijkt wat op de laatste jump van een korte-afstandsloopster maar dan vóórtdurend.
Het Dansende Koppel, die lopen beide vlotjes maar er is iets mis mee. Bij nader toezien zwaait de man zijn armen naar voor en naar achter, zoals het hoort. Zijn vrouw evenwel maakt het zichzelf moeilijk, zij beweegt haar armen van links naar rechts. Ik heb het geprobeerd, gruwelijk vermoeiend en helemaal uit de haak. Maar de combinatie van beide, mooi naast mekaar, heeft het uitzicht van een modern ballet.
De Dunne. Dit meisje is zo frèle dat ze moeiteloos door het oog van een naald zou kunnen springen. Door haar tengere gestalte wint ze uiteraard veel tijd, zelfs de wind gaat aan haar voorbij. Ik zie ze nu al gezwind de vijfde maal de Warande rondgaan aan een weerzinwekkend tempo. In de tegenstelling tot de Wroeter torst ze geen overtollig vet maar ze moet wel oppassen : straks verdwijnt ze in het niets.
Het Lieve Koppel, dat zijn mijn préférés. Ze hebben allebei een strakke joggersbroek, daarin zijn ze elkaars gelijken. Maar hij is een ervaren bink, afgetraind en gebruind. Zij is een pure beginnelinge, ze zwalpt en heeft nog een beetje teveel vet. Hij evenwel, past zijn tempo aan op zo’n manier dat zij het niet merkt. Althans, dat laat zij niet merken, maar ze weet veel beter. Vermoedelijk is het zijn nieuwe vriendin : liefde in ongelijke kadans.
De Inhalige, lijkt per se achter iemand aan te zitten. Ze houdt de blik strak gericht op de denkbeeldige schavuit die er met haar portefeuille is vandoor gegaan. Bij gebrek aan haas heeft ze er eentje gefantaseerd. Het kan helpen om er de vaart in te houden.
De Oorlogssoldaat is verloren gelopen na de landing bij Normandië. Hij draagt een zware gordel rond zijn heup met twee flessen water van anderhalve liter, verder een hartslagmeter, een I-pod en een regenjasje welke evenwel ook een camouflagevest kan zijn.
Van dezelfde orde is de Rugzak. Wie zeult nu een zware rugzak als men gaat joggen ? Een zelfmoordterrorist die alvorens zijn zelfgemaakte bom te lossen nog wat kilometers maalt ? Dat is zeer onwaarschijnlijk.
Wat zit er in godsnaam in zo’n zware zak ? Een laptop, een brooddoos, een zwaar kompas, een thermos, drankgerief, handdoeken, drie pakken beschuit ?? Dat heet zelfkastijding.