In een buurt waarin kebabzaken en snackbars welig tieren, probeert Karim Bazah al een jaar lang het verschil te maken. In zijn biohalalzaak annex degustatiesalon Palais de Balkis in laag-Molenbeek verkoopt hij ham, pancetta en chorizo van geiten-, kalfs-, rund- en lamsvlees. Ook vegetariërs kunnen er terecht voor een weldoende lunch. “Zeventig procent van mijn klanten zijn Vlamingen.”
De 37-jarige zaakvoerder heeft een missie. Hij wil de lokale gemeenschap in zijn Molenbeek bewust maken van het belang van pure voeding en duurzame voedselproductie. “Veel mensen eten rommel, louter uit onwetendheid. Ik wil gezonde kwaliteitsproducten aanbieden zonder bewaarmiddelen, smaakstoffen en andere additieven.”
Omdat hij zelf moslim is, is de keuze voor halal snel gemaakt. “De dieren moeten volgens de islam een stressvrij leven leiden.” De winkel staat echter open voor mensen van alle gezindten. Niet toevallig komt Bilqis. de koningin van Seba, naar wie de zaak genoemd is, voor in de Bijbel, de Talmoed en de Koran.
Palais de Balkis betrekt zijn fijne vleeswaren uit het Andaloesische dorp Cumbres Mayores. De Tunesische migrant Faysal Mrad Dali liet zich er inspireren door de rijke Iberico-hamcultuur – pata negra is een plaatselijke specialiteit – en maakte met zijn bedrijf Balkis Gourmet een halalversie. De schapen en runderen krijgen natuurlijke voeding en het gezouten vlees wordt minstens zes maanden gerijpt. Verse kruiden als tijm, paprika en oregano verfijnen de smaak.
Bazah beseft dat de werkloosheid hoog is in de gemeente en houdt de prijzen democratisch. Een tweegangenlunch met verse groentesoep, quiche of pizza en een drankje komt op twaalf euro. Maar hij bereikt niet alleen Marokkaanse Belgen, maar ook een nieuw publiek van vaak hoger opgeleide Nederlandstalige Brusselaars die zich in Molenbeek vestigen. “Geweldig dat ik zo veel steun krijg van de Vlamingen. Ze maken 70 procent van mijn cliënteel uit”, zegt hij.
Vlaams minister Sven Gatz (Open VLD) is kind aan huis en Brussels parlementslid Yamila Idrissi (SP.A) bejubelt de delicatessenzaak als “een culinaire bruggenbouwer, die niet alleen halal en bio verbindt, maar ook jong en oud, traditie en moderniteit en de linker- en rechterkant van het kanaal.”
”Ik zou willen dat ik meer concurrentie krijg in Molenbeek”, lacht de vriendelijke ondernemer. Hij levert intussen aan een gastronomisch restaurant in Parijs en zou ook graag voet aan de grond krijgen in Vlaanderen. “Antwerpen, waarom niet?”
