Naast de school waar ik op zaterdag les volg, is een kleine snackbar die uitgebaat wordt door twee Marokkanen. Je kunt er niet goed naar binnen kijken. Op het gelijkvloers staan bakken in plexiglas waar je zelf met een grijptang een koffiekoek uit mag nemen. Om naar het verbruikersgedeelte te gaan, moet je trapjes op. Daar is de toog. Je kan er een broodje smos bestellen, maar ook een broodje kefta of een tajine.
Een cappuccino kost er maar 2,20 euro, als ze de prijs niet afronden naar 2 euro. De muntthee is er ook lekker, je krijgt hem mee in een kartonnen beker met een deksel. De school heeft momenteel geen cafetaria. Wie in de pauze een betere koffie wil dan die van het automaat, gaat naar de snackbar. Soms ben je dan wat te laat in de les, want in de koffiebar kennen ze geen haast. Het interieur is wat stoffig en bruinig en er heerst altijd een gezellige familiale sfeer.
Gistermiddag ging ik er rond een uur of drie een muntthee halen. Er was niemand in de zaak. De twee uitbaters zaten samen aan een rond tafeltje naar een film op tv te kijken. Een zwart-wit-film op één. Ik wist niet dat ze dat nog deden, oude klassiekers uitzenden op zaterdagnamiddag. Als kind en als tiener keek ik er vaak naar. Zo ben ik fan geworden van de screwball comedies uit de jaren 1930-1940, waarin een man en een vrouw voortdurend bekvechten maar eigenlijk verliefd op elkaar zijn. Naar zo’n film waren de twee mannen aan het kijken.
Ik bestelde de muntthee. ‘Met of zonder suiker?’ ‘Een beetje suiker,’ zei ik, want ik weet dat de suiker er volgens het echte recept in móet. De man verdween naar de achterkeuken om thee te gaan zetten. Ze maakten die niet met heet water uit de koffiemachine maar waarschijnlijk op de traditionele manier, bedacht ik toen hij lang wegbleef.
Zijn kompaan keek intussen verder naar de film. ‘Welke film is dat?’ vroeg ik. ‘Ik weet het niet,’ antwoordde hij. ‘Mooi dat ze nog zulke oude films geven op tv. Ik wist niet dat ze dat nog deden. Vroeger als kind heb ik er veel gezien,’ zei ik. ‘Ik zie dat graag. Ze acteren anders dan nu,’ zei de man. Het geluid stond niet aan, maar er werd met veel mimiek en gebaren geacteerd. ‘Een beetje nog zoals in de stille films,’ zei ik, ‘expressiever’. ‘Ja, expressiever,’ zei hij. Ik vond het mooi dat hij dat woord herhaalde.
Zijn Nederlands was beperkt, later zou hij een van mijn cursisten kunnen zijn. Ik vertelde dat ik de lerarenopleiding volgde. ‘De SLO?’ vroeg hij. Ik verbaasde me erover dat hij de afkorting voor ‘specifieke lerarenopleiding’ kende, tot voor kort had ik daar zelf nog nooit van gehoord. ‘Ik ga me ook inschrijven. Om Frans te geven aan Nederlandstaligen. In februari begin ik.’ Later zou ik ook een cursist van hem kunnen zijn.
We keken verder naar de film. Een man en een vrouw zaten samen op een grote passagiersboot. ‘Ik denk dat die actrice Claudette Colbert is,’ zei ik. Het had me niet verbaasd als hij haar had gekend. Toen was mijn muntthee daar. Ik nam afscheid en kwam iets te laat in de les aan. Met binnenpret om die kleine scène in de snackbar, die zelf uit een film had kunnen komen. Ik nam een slokje van de muntthee. Mierzoet.
Deze bijdrage verscheen eerder op de blog De rode valies. Verhalen uit Brussel.