Categorieën
Brussel-Stad Faits divers Mobiliteit Rewind Schaarbeek

Rewind: de ster van het Noord – een kerstverhaal

Ergens in het najaar van 2015 kreeg ik op het werk een sollicitatiebrief. Ik twijfelde steeds vaker of mijn administratieve job me nog genoeg voldoening gaf, maar sollicitatiebrieven kreeg ik graag. Ik las ze aandachtig en probeerde steeds een persoonlijk antwoord te geven. Deze brief raakte me: ik kende de afzender ervan. Niet persoonlijk, ik had over haar gelezen. Niet lang geleden had zij een prachtig boek over oude winkelinterieurs gepubliceerd. Met haar vzw Arsène streed ze voor het behoud van waardevolle oude winkelinterieurs.

Ik antwoordde dat zij niet voldeed aan de vereisten voor de job, maar dat ik vond dat zij bijzonder nuttig werk leverde en dat ik haar liefde voor oude winkelinterieurs deelde. Dezelfde dag werden Katherine Ennekens en ik vrienden op Facebook.

Niet lang daarna postte Katherine een foto van de ster van Brussel Noord. ‘Je weet toch dat die ster gaat verdwijnen?’ reageerde Stijn Tormans. Stijn kende ik niet. Hij bleek al jaren prachtige stukken te schrijven voor Knack. Over dingen waar niemand anders over schreef, omdat niemand er oog voor had, kleine menselijke verhalen, vaak in het verleden geworteld. Stijn had aandachtig gekeken op de borden die de renovatiewerken van de centrale hal aankondigden. Hij had gezien dat de ster plaats zou moeten maken voor het lelijke nieuwe NMBS-logo in regenboogkleuren. We waren verontwaardigd: hoe was het mogelijk dat de NMBS de waarde van de ster niet inzag?

De ster zoals ze vroeger was en het geplande ontwerp voor renovatie, zonder ster met NMBS-logo

Niet veel later, op 1 november, reisde ik met de trein naar een literaire ochtend in Boekhandel De Zondvloed in Mechelen. Onder de titel ‘Beste Buren’ stelden enkele Vlaamse schrijvers een Nederlandse schrijvende zielsverwant voor. Dankzij Bernard Dewulf leerde ik daar Miek Zwamborn kennen, een naam die hier niet meteen bekend klinkt omdat zij een schrijver in de luwte is. Niet iemand die met luide stem op sociale media aanwezig is. Miek Zwamborn vertelde die dag dat zij graag wandelingen in de natuur maakte en dan terugkeerde met zes stenen in haar zak. Niet meer, niet minder.

Ze straalde een zekere wereldvreemdheid uit. Ik vond haar intrigerend. Ik was dan ook heel blij toen ik op de terugweg van die literaire ochtend naast deze schrijver op de trein van Mechelen naar Brussel belandde. De trein is een goede plek voor toevallige ontmoetingen. Miek Zwamborn vertelde me dat ze soms als sluiswachter werkte. Zij had gewerkt bij een sluis aan de Vecht, in het mooie stadje Weesp waar ik elke zomer kwam, omdat mijn oom er een tweedehandsboekenwinkel had. Ook dat vond ik een wonderlijk toeval.

Miek Zwamborn en ik stapten uit in het Noordstation. Zij moest ’s avonds in Leuven zijn en vroeg me welke trein ze moest nemen. In de centrale hal keken we samen op de aankondigingsborden. Ik wees naar de ster en vertelde dat die moest verdwijnen. Ik zei dat ik het zo erg vond. ‘Je moet actie voeren,’ zei ze. En omdat ik denk dat het toeval geen toeval is, maar ons iets wil vertellen, besloot ik haar raad te volgen. Nooit eerder had ik actie voor iets gevoerd. Hoe begon je daaraan? Ik vroeg Katherine en Stijn, die ik in het echte leven nog niet ontmoet had, of ze mijn bondgenoten wilden zijn. Niet veel later zaten we samen aan tafel in café Flamingo.

Katherine vertelde me hoe belangrijk ze het vond dat erfgoed op zijn oorspronkelijke plek bewaard werd. Niet in een museum en zeker niet in een depot. Wat konden we ondernemen? Een petitie vonden we zinloos en zielloos. En dat was onze ster net niet. Wie had hem ontworpen?  We zouden het proberen te achterhalen. We zouden fotografe Saskia Vanderstichele vragen een foto van de ster te maken. En zou Plaizier daar een postkaart van willen drukken? Kerst kwam eraan, het zou een mooie kerstkaart zijn.

© Saskia Vanderstichele

We konden schrijvers en dichters vragen om een ode aan de ster. Fotografen om een foto. Illustratoren en schilders konden hem tekenen. We moesten een Facebookpagina maken. Een collega van me kon die naar het Frans vertalen. Iedereen die we kenden, zouden we spreken over de ster. Een draagvlak creëren voor onze actie vonden we belangrijker dan het verzamelen van een paar duizend handtekeningen.

Ik schreef Geert Van Istendael over de ster. Toch erg dat deze in Trainworld zou komen te hangen, in plaats van in het Noordstation. ‘U hebt gelijk. Wat verwacht u van mij?’ luidde zijn antwoord. Ik vroeg of hij een ode aan de ster kon schrijven. ‘Wanneer moet het klaar zijn?’ ‘Volgende week?’ ‘Dat is goed.’ Onze correspondentie was even kort als krachtig. Niet veel later stuurde Geert Van Istendael zijn gedicht, een pleidooi in sappig Brussels voor het behoud van de ster. Ook Kevin Bellemans en Frank De Crits schreven hun ode aan de ster. En Tom Schamp stuurde een prachtige tekening.

© Tom Schamp

Snel begon de ster te leven. Mensen begonnen me erover aan te spreken. Ze stuurden foto’s en tekeningen van de ster. Soms voelde ik enige gêne hierover. Het was maar een ster. Hadden we niet beter voor iets groters, iets nobelers gestreden?

Maar de ster van het Noord had een symbolische waarde. Ze verwees naar L’Etoile du Nord, de stoomtrein die vroeger van Parijs naar Brussel reed. Deze trein was op zijn beurt vernoemd naar de Poolster, die bij nacht de weg naar het noorden wijst en zo verhindert dat mensen verdwalen. De ster was een herkenningspunt voor verdwaalde reizigers. In Brussel Noord en het nabije Maximiliaanpark verbleven mensen die noordwaarts waren gereisd, op zoek naar een beter leven. De ster hing nergens beter dan hier.

Toen we van de NMBS vernamen dat de ster sneller dan verwacht zou verdwijnen, besloten we de stadskrant Brussel deze Week  (nu Bruzz) te contacteren. Tot onze verrassing haalde de ster de voorpagina. Andere kranten namen het bericht over. De ster was nieuws. Het hielp ongetwijfeld dat het bijna Kerstmis was.

Ook TV Brussel berichtte in het nieuws over de ster. Stijn trad op als woordvoerder. Tot onze verbazing kwam ook Geert Van Istendael opdraven om zijn ode voor te dragen. In die reportage zeiden reizigers dat ze de ster nooit eerder hadden opgemerkt. Maar ze vonden toch dat ze moest blijven. Mensen waren bereid om te strijden voor iets waar ze nooit oog voor hadden gehad.

We planden nog een flyeractie aan het station. Dat was niet meer nodig. De NMBS besliste dat de ster mocht blijven. Ze zou worden weggehaald tijdens de restauratiewerken van de centrale hal en intussen zelf gerestaureerd worden. Daarna zou ze netjes teruggehangen worden.

De NMBS hield belofte. Drie jaar later is de centrale hal met ster in eer hersteld. Zonder Katherine, Stijn en mij zou ze er niet meer geweest zijn. En zonder alle mensen die ons gesteund hebben. Het troost me dat je in deze wereld soms wél het verschil kunt maken. Niet met een petitie. Maar met gedichten, foto’s en tekeningen. Door met veel mensen te spreken. Over de betekenis van iets. Door hen te wijzen op iets wat ze niet eerder hebben gezien.

Er zijn zoveel dingen om voor te strijden. Maar actie voeren is intensief. Je kunt het niet altijd opbrengen in deze drukke tijden. Daarvan wordt geprofiteerd om boven onze hoofden beslissingen te nemen waar we het niet mee eens zijn. Vaak krijg je ook de kans niet om actie te voeren. Omdat je onvoldoende geïnformeerd bent. Omdat je onvoldoende tijd krijgt, voor voldongen feiten wordt geplaatst. Het had niet veel gescheeld of we hadden op een dag ineens vastgesteld: de ster is verdwenen.

De ster dankt haar redding aan een reeks toevallige ontmoetingen en gebeurtenissen. Katherine, Stijn en ik zullen door de ster voorgoed verbonden blijven. Intussen vond ik de moed opnieuw te gaan studeren en mijn werk te verlaten. Ik geef nu Nederlandse les aan mensen die de Noordster gevolgd zijn, op weg naar een vredevoller leven. De voorbije maanden passeerde ik elke dag langs de ster, op weg naar mijn nieuwe werk. Met de gedachte: een mens is soms sterker dan hij denkt.

Kerst 2019. Vier jaar na onze actie schittert de ster als nooit tevoren in Brussel Noord. Eén mysterie blijft. We weten nog steeds niet wie de ster ontworpen heeft. Na de overwinning vertelde iemand op onze Facebookpagina dat ze in het Noordstation een dame had aangesproken die een foto maakte van de ster. Ze bleek de dochter te zijn van de ontwerper. Ze vertelde dat haar vader het jaar ervoor op 90-jarige leeftijd overleden was. Hij was erg verknocht geweest aan zijn ster.

Dat is het enige wat we weten over de vader van de Noordster. Ooit hopen we zijn naam te kennen.

De Noordster in de gerenoveerde stationshal

Bekijk de reportage van Bruzz over de ster en bezoek de Facebookpagina van Red de ster.

Deze bijdrage verscheen eerder op de blog De rode valies. Verhalen uit Brussel.

Share