Categorieën
Het straatfeest Kunst

Een frisse start in de Melsensstraat

Een zwaluw glijdt door de ultramarijne nacht richting Brussel Noord, een esdoornblad verlaat eindelijk het ouderlijke nest en de straatlantaarn nadert het einde van haar shift, nog minder dan 30 seconden om precies te zijn, wanneer Thierry de deur opent en zijn rechtervoet plaatst op het voetpad ergens halverwege de Melsensstraat aan de kant van de even huisnummers.

Melsensstraat (c) Thomas Dielman

Het is maandag, 27 september, 7.30 u en Thierry heeft absoluut geen zin om te gaan werken. De spanningen in de dienst waarin hij werkt, zijn niet meer te harden en alsof dat nog niet genoeg is, zit er deze ochtend een uitnodiging in de bus voor een feest waar Thierry totaal niet naartoe wil gaan. What the fuck, zucht Thierry en herhaalt drie keer, ik wil niet, als een mantra in zijn hoofd. Zijn echtgenoot John opent het raam op de eerste verdieping boven de voordeur en fluistert dag schat, het komt allemaal goed. Thierry glimlacht, sluit beide ogen even en wuift terug. Tot straks schat.

John staat achter 2 rieten bloembakken geplaatst in het balkon voor het raam en gevuld met roze, rode en oranje geraniums. Dit wordt herhaald in de 3 andere grote ramen links van de plaats waar John nu de ramen sluit. Enkel aan de gietijzeren balustrade van het eerste raam hangen er tevens kunststoffen plantenbakken met dipladenia met klimmende rode kelkbloemen en wit bloeiende helleborus. Deze weelderige bloemenzee heeft John en Thierry een oorkonde opgeleverd die uitgereikt werd tijdens een officiële plechtigheid in het stadhuis van Brussel en dat nu geplastificeerd en wel onder de salontafel ligt te blinken.

Van de plek waar John net stond, heb je een zeer goed uitzicht op de Melsensstraat: het eerste decor van dit verhaal dat Het straatfeest heet. Het is een vrij korte straat van 95 meter lang, op een steenworp afstand van de Grote Markt, die vroeger deel uitmaakte van de veel langere en beruchte rue du Curé. Bovendien was het vroeger een echte havenstraat. Aan de noordkant van de Melsensstraat lag het Sint-Katelijnedok dat gedempt werd in de 19de eeuw en waarop de architect van het megalomane Justitiepaleis, Joseph Poelaert, de Sint-Katelijnekerk heeft gebouwd. Aan de zuidkant van de Melsensstraat stroomde de rivier de Zenne die nu enkele meters lager onder straatoppervlakte via een gigantische koker de stad verlaat. Nu het steeds warmer wordt is Thierry ervan overtuigd dat het water weldra terug verwelkomd zal worden in de wijk.

Het hoofd van Thierry zit bomvol. Hij voelt zich bedrukt en hij is doodmoe alsof het werk van vandaag er al opzit. Hij zou wel kunnen huilen. Hij heeft nog ongeveer een half uur wandeltijd om een lichtere versie van zichzelf te worden. 18 straten, twee pleinen, stap voor stap.

Vandaag is de dag van het jaarlijkse straatfeest. De dienst waarin Thierry werkt neemt hier traditiegetrouw aan deel, al wordt het steeds lastiger om iedereen hiervoor enthousiast te maken. Zelfs collega Kevin wenst niet meer deel te nemen aan ‘zijn’ straatfeest. Aan iedereen die het wil horen (ook aan wie het niet wil horen) fulmineert hij over de fascistische directie en over de aantasting van zijn persoonlijke vrijheid en over schapen die hopeloos de verkeerde kant van de berg oplopen als ze hem toch zouden verplichten deel te nemen aan ‘die folklore-shit’. Deze protestactie van Kevin begint ook de vorm aan te nemen van een jaarlijks terugkerende traditie. Door zijn houding is ook Diane beginnen twijfelen, al heeft ze haar aanwezigheid voor vandaag wel bevestigd. Mohamed, de verantwoordelijke van de dienst, komt ook, al heeft hij de verlofaanvraag van Kevin voor vandaag wel goedgekeurd. Thierry, Kevin, Diane en Mohamed vormen samen de dienst leesclub bij ABC en wantrouwen elkaar elke dag meer.

Alle gebouwen van de Melsensstraat plakken tegen elkaar aan. Er is geen enkel doorgangetje tussen de hoge gebouwen waardoor het wel gigantische muren lijken die slechts af en toe opengaan via deuren en ramen en één enkele garage. Aan de kant van de oneven huisnummers is er het Ibis-hotel, een groot appartementsgebouw met armoedige aluminium tuimelvensters en een kledingzaak die het moet stellen met zeer weinig klanten. Aan de overkant herbergt de Melsensstraat de klokkentoren van de vorige kerk, een museum voor hedendaagse kunst, het hoofdkwartier van het partijbestuur van de Vlaamse liberalen, 2 appartementsgebouwen, een Vietnamees restaurant, een Chinees restaurant dat altijd afgeladen vol zit en ten slotte, op de hoek met de Zwarte Lievevrouwstraat, het Ninja House, een all-you-can-eat Japans restaurant, ook steeds tot aan de nok toe gevuld met hongerigen. De drie restaurants niet meegerekend kan je hier nergens naar binnen loeren. Alles is verstopt, geheim en bedekt, het resultaat van honderden jaren vreemde overheersing!

De straat is vernoemd naar een Belgische 19de-eeuwse wetenschapper die het ontsmettingsmiddel joodtinctuur heeft uitgevonden, beroemd in de hele wereld. Zijn voornaam is Louis en hij ligt begraven op de begraafplaats van Brussel in Evere. De Melsensstraat is thuis. Het is telkens magisch deze straat na enkele dagen weg terug binnen te wandelen en extra zoet vanavond na het straatfeest, denkt Thierry.

De geur van de nachtelijke regenbui mengt zich met de geur van oranjebloesem, citroenschilfers en basilicum van Thierry’s Capri-douchezeep alsof de Melsensstraat een grote schoonmaakbeurt heeft gekregen.

Thierry is toe aan een frisse start.

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share