Categorieën
Het straatfeest Kunst

Tableau vivant bij het Beursgebouw

Er was niets meer. Een desolaat landschap net achter de Grote Markt, opgetrokken uit steen, gruis, zand, vermolmd hout en algehele muffigheid.

Door het openscheuren van de stad van noord naar zuid en het slopen van het middeleeuwse centrum kwam er een oergeur naar boven die eeuwenlang net onder de oppervlakte had gesmeuld en nu vrijgekomen een magneet was voor alle Brusselse dieren: zwerfhonden, kleine koolwitjes, grote wolbijen, watersnuffels en lantaarntjes, vuursalamanders, eikelmuizen, dwergvleermuizen, zwarte kraaien en buurtbewoners die zich avontuurlijker voelden dan ooit, hun protest verdween als sneeuw voor de zon.

De krant van 27 september 1869 vloog samen met het zand over de ruïnes van de Bourgondiërs, de Habsburgers, de Fransen en de Nederlanders, strekte zich uit, bolde zich op als een duiker en plooide zich te pletter tegen de muur van het enige huisje dat nog even van de sloop werd gered om Henri Maus, de directeur-generaal van bruggen en straten, een werkkamer te geven zodat hij zijn ellenlange schetsen voor de overwelving van de Zenne kon opmaken, uitgommen en verbeteren. Zijn gedachten hadden er vrij spel, opgetild door de wind bereikten ze hoogten die hij niet voor mogelijk had gehouden.

Begin 1977 reed de vader van Thierry, Rik, zijn zwangere vrouw naar het ziekenhuis in Borgerhout en 2 weken later reed hij enkel met de pasgeboren Thierry huiswaarts. Thierry linkte de depressie van zijn vader aan het overlijden van zijn moeder in het kraambed en besloot zijn vader te helpen door voor elk probleem een oplossing te zoeken. Hij wist dat hij de goede oplossing te pakken had als Rik beide ogen langzaam sloot, luisterend naar het voorstel. De luikjes gingen dicht, groen licht, de oplossing was in zicht, het werd warmer in huis, de tijd hernam zijn gewone ritme, Thierry’s horizon ontplooide zich, er kwam ruimte voor het volgende probleem. Het neerdalen van vaders oogleden was het alfa en omega voor Thierry. De eengeworden lijn van wimpers het startsein van een extatisch gevoel van welbehagen dat met niets te vergelijken viel, misschien nog het best met wat Thierry in de memoires van een junkie had gelezen over het gevoel net na het inspuiten van de heroïne in de bloedstroom, een directe lijn met God.

Ter hoogte van de sterren kristalliseerden de ideeën van Henri Maus zich tot aardse oplossingen die moeiteloos uit zijn inktpen vloeiden als ware hij slechts een medium. Rond 7 uur ’s avonds rolde hij zijn schetsen op, borg zijn schriftjes en blies zijn kaars uit waardoor hij de hele wijk in het donker stortte.

Thierry las Ronja de Roversdochter, Wiplala, de GVR, Matilda en De heksen, de Koning van Katoren en vooral Geen ijsjes voor oma. Een groot uitklapboek over een Victoriaanse dierentuin zette hij als een kamerscherm in een kring om zich heen. Hij luisterde naar de soundtrack van de film Annie via een koptelefoon die hij voor zijn vijfde verjaardag van zijn vader had gekregen.

Thierry loopt voorbij het belle-epoquecafé Falstaff en denkt: wat weten we toch weinig. Zijn gsm piept. Hij weet perfect wat Mohamed heeft geschreven: ‘Ziek zoals te verwachten. Hou de eer hoog. Graag verslag tegen einde week.’ Het bericht werd afgesloten met een misplaatst en zelfs cynisch knipogend emoji.

De dag dat Thierry zijn vader vertelde dat hij op jongens viel, kwam er geen reactie. Na een ongemakkelijke stilte zei Rik: ‘Kom, we gaan een stukje rijden.’ Thierry nestelde zich in de passagiersstoel, de veiligste plek op aarde, en schoof zo ver mogelijk onderuit zodat hij enkel de hemel door het autoraam zag af en toe onderbroken door de kruin van een boom. Na vier uur rijden doorheen de Kempen zei Rik: ‘Kom, laten we naar huis gaan, het wordt donker.’ Zijn hooggevoeligheid hield Thierry voor zich. Enkele jaren later lag er voor zijn slaapkamerdeur op zijn verjaardag ingepakt het boek Call Me by Your Name van André Aciman.

In 1998 ging Thierry op kot in Gent voor zijn eerste licentie rechten en betrok hij een gemeubelde kamer in de buurt van het Citadelpark. Net voor de kerstvakantie bracht de kotbaas Thierry een bezoekje en verbaasde zich erover dat de meubelen, een tafel, een bed en een boekenrek nog steeds op een kluitje in het midden van de kamer stonden: ‘Je mag de meubelen best terugplaatsen. Ik had ze enkel naar het midden geschoven om er rond te kunnen dweilen’.

In 2017 overleed Rik na een kort ziektebed. In de kille, onpersoonlijke ruimte van het crematorium werden enkele liedjes van Jacques Brel gespeeld. Thierry stak de boeken van zijn vader in een kartonnen doos: Jacques Brel, de passie en de pijn van Johan Anthierens, een zwart-wit fotoboek Les Flandriens, de restaurantgids Knack Trends van 2009-2010, Het land van de koers van Michel Wuyts, Vive Le Vélo van Karl Vannieuwkerke en Stoppen met roken van Allen Carr,dat dienst deed als onderzetter voor zijn overvolle assenbak en de GVR, Matilda en De heksen van Roald Dahl.

Ondertussen rijdt een tractor met bladzuiginstallatie van Bruxelles Propreté over het Beursplein. Twee kuismannen lopen ervoor en trachten al het vuil, één met een keerborstel de andere met een bladblazer, voor de tractor te positioneren die het vervolgens met 3 grote cirkelvormige borstels als de armen van Jezus naar het midden van de onderzijde van de tractor brengen waar het naar binnen wordt gezogen. Spik en span, klaar voor de volgende vertoning.

Er staat geen stevig geurende kerstboom in Thierry’s hart waar de liefde en de genegenheid van andere mensen als kerstballen in gehangen kunnen worden. Pats, pats, pats. Thierry bekijkt de ballen aandachtig maar ziet enkel zichzelf, gereflecteerd, vergroot in de bolle scherfjes, verkleind in de holle scherfjes .

De gotische klok op het voorhoofd van de Sint-Niklaaskerk geeuwt 7.35 uur. Harry staat te pissen tegen de oostkant van het Beursgebouw, ingesloten door een Heras-hek dat heel het gebouw omcirkelt. Hij verliest zijn evenwicht en valt in slow motion achterover vertraagd door het mee plooien van het metalen net. De betonnen voeten van het hek tuimelen lachend om. Aangetrokken door het spektakel galoppeert een Engelse cockerspaniël in de richting van de man en heft zijn rechter achterpootje op boven het hoofd van de man, tevens het moment waarop deze laatste het plassen herneemt.

Thierry voelt een druk op zijn blaas. Zijn huid over zijn hele lijf trekt samen en wordt belaagd door miljoenen prikjes. De schoonheid van de compositie van het tableau vivant. De warmte van de pis van de man en de warmte van de pis van de hond. Een lege maag en prikkende ogen. Zijn gewicht in beton. Als ik me tegen het hek zet, dan val ik in slaap, denkt Thierry. Hij ademt diep in door zijn neus, sluit de ogen, steekt zijn neus naar boven en blaast langzaam uit.

Henri Mausstraat (c) Thomas Dielman

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share