Categorieën
Het straatfeest Kunst

Een gesprek is het leven, een baksteen de dood

Het is 14 minuten geleden dat Thierry van huis vertrok en John hem uitwuifde. Het is 12 minuten geleden dat Diane hem sms’te dat ze vandaag niet zou komen naar het straatfeest. Het is 9 minuten geleden dat Mohamed hetzelfde deed. En het is 4 minuten geleden dat Thierry weer eens aan Kevin dacht.

Het Gerechtsplein (c) Thomas Dielman

Het was mooi, het Gerechtsplein. Het was een plein. Er waren Californische cipressen en gewone beuken cilindervormig gesnoeid. Er was harmonie. Er waren zwartkopjes, boomklevers en sperwers. Het eerste justitiepaleis werd gebouwd door een Franse architect in opdracht van Koning Willem I der Nederlanden en had de looks van een Romeinse tempel, elke zuil even fier en onwankelbaar als het geloof in de vooruitgang. In de gaanderijen mengden zich de industriewolken van de benedenstad en de gezangen komende van de bovenstad.

De paarden zijn inmiddels vervangen door geblindeerde Tesla’s die steeds hoger willen klimmen en er steeds sneller willen geraken. Het Gerechtsplein is verschrompeld tot de lelijkste overloop tussen de kelder en de uitgewoonde zolder van de stad. Te klein om er een gesprek te beginnen, te groot om het te laten vollopen met beton. Het Forum Romanum is de ingang van een parking.

Thierry stapt het plein op in de schaduw van het viaduct van de Keizerslaan, dat als een dak de zuurstof en het zonlicht weghoudt van het plein. Hij laveert tussen de 100 gele kutpalen met blauwe vlaggen die hem doen denken aan 100 bushaltes of aan een parking van Ikea of aan tulpen die niet kunnen groeien op asfalt en het hoofd van Gerrit dringt zich aan hem op. Zijn oude vriend die hij nooit meer ziet en die hem nu uitnodigt op zijn trouwfeest.

Onder geen beding wil ik hier naartoe, denkt Thierry strijdvaardig. Wij hebben elkaar niets meer te vertellen. De laatste keer dat we elkaar zagen was op een trouwfeest in Cannes. Op het tafelkleed waren er onder de tafelrand strikken genaaid tussen elke stoel, de gordijnen verdwenen net voor ze de grond zouden raken in een strik en het wc-papier was bedrukt met strikjes. We zaten naast elkaar aan de Black Bow Tie-tafel, je had je arm steeds om me heen en vertelde iedereen dat ik je beste vriend was. Je diepte anekdotes op over onze studententijd die ik zelf niet kende.

Na de speeches zakte je positiviteit weg. De roze champagne had je dam gebroken. Alles kwam eruit. Greetje bedroog je of jij bedroog haar, dat was niet helemaal duidelijk. Je had weinig tot geen contact met je kinderen. En je wist niet hoe je er financieel voorstond nu je al het werk op kantoor had gedelegeerd. De lunches op de club kwamen je strot uit en je werd sentimenteel als je het had over de boeken die we vroeger lazen en de wandeltochten die we ondernamen. Je bokste me op mijn rechterschouder:

Jij hebt niets. Dat stoort me niet.

Je keek recht voor je in de richting van de dansvloer. Je vertelde over je vakantiehuizen en dat er was ingebroken in de villa in de Algarve. Je werd ten slotte woedend toen ik voorstelde je vakantiehuizen te verkopen en opnieuw te gaan werken.

Je begrijpt er geen hol van. De enkele weken in Portugal en Corsica zijn de beste weken van het jaar. Ik kom daar tot rust. De zee, de zuiderse wind, de vogels. Dat is vrijheid!

Het justitiepaleis werd gebouwd op de restanten van een jezuïetenklooster en werd gesloopt na de ingebruikname van het megalomane justitiepaleis van Joseph Poelaert, 5 minuten wandelen hogerop, dat gebouwd werd op de Galgenberg waar mensen in vroegere tijden werden opgehangen na een ongunstig arrest en zich overgaven aan het ritme van de wind en de eetlust van roofvogels.

Thierry keek naar Gerrit die druk gesticulerend het begrip vrijheid verder toelichtte en dacht: wat een poppenkast. Vroeger hebben we elkaar beloofd dat we gewoon gingen zijn en dat we niet op het pad van het hebben zouden terechtkomen. We wisten dat bezit een doodlopend straatje is, een verslaving en dat het nooit genoeg zou zijn. Een gesprek is het leven, een baksteen de dood. Wat is er toch gebeurd? Wanneer heb je besloten om toch over te stappen naar de dark side? Zat het leven je tegen? Is er iets gebeurd waarvan ik geen weet heb? Werd de druk te groot?

De slotsom is dat we nu geen contact meer maken. Ik weet dat je hebben nu toch belangrijk vindt. Jij weet dat ik het weet. Maar we zeggen niets. Ik ken je niet meer. Ik verdrink in deze eindeloze catwalk van minzame lachjes, witte gesteven hemden met unieke geborduurde initialen, onnatuurlijk witte bijtertjes en octopusringen waar er vroeger lippen hingen. Ik durf niets te zeggen en jij laat me aan mijn lot over. We waren goud. We verdienen beter.

De volgende dag stuurde je me volgend bericht vanop het strand:

Sorry voor mijn gezever gisteren aan tafel. Alleen bij jou vertel ik deze onzin. Waanzin. Ramptoerist!

Het is nu 7.44 uur. Thierry heeft de Lebeaustraat in het vizier. John kijkt voorovergebogen in de koelkast. Diane zit op het uiteinde van haar bed en krijst het uit. Ze kijkt naar haar gsm en gooit deze vol afschuw tegen de badkamerdeur. Mohamed laat de hotelkamerdeur in het slot vallen en begeeft zich naar de ontbijtzaal. Op nog geen honderd meter daarvandaan kijkt Kevin zelfingenomen naar zijn gsm en lacht.

Heel even maakten we contact. De ober schotelde je een javanais voor in de vorm van een strikje. Godverdomme, riep je uit. Nu is het genoeg geweest, ik kan geen kutstrikje meer zien. Je stoof achteruit, nam de javanais in je rechterhand  en smeet deze door de reusachtige luster gemaakt van honderden papieren strikjes richting de dansvloer. Het toetje trok een bruine streep van een meter en kwam uiteindelijk tot stilstand net voor de dj-stand. Je gierde het uit, keek me in de ogen en knipoogde met je beide ogen. Toen je ze weer opende, was het moment voorbij. Je zakte onderuit in je stoel. De vlinder was verdronken.

Laat ik er gewoon naartoe gaan, besluit Thierry. Die poppenkast nog een laatste keer meespelen. Je arm die als een worst over mijn schouders hangt en je stem die buldert dat ik je beste vriend ben. Nog één keer. De laatste keer.

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share