Categorieën
Architectuur Het straatfeest Kunst

De moord op het Volkshuis van Horta

De zon neemt meer en meer bezit van de Tour Blaton, de wolkenkrabber van 80 meter hoog die als een gigantische middelvinger de plaats heeft ingenomen van het prachtige Maison du Peuple van architect Victor Horta. Deze stadskanker van 26 verdiepingen markeert het begin van de Hoogstraat en het einde van het socialisme.

Lebeaustraat: zicht op Tour Blaton in plaats van Maison du Peuple (c) Thomas Dielman

In Thierry’s hoofd bevindt zich een ruimte waarin steeds een probleem wordt geschoven dat zijn aandacht opeist: obstakels worden er ontleed en ontward, personen worden er gescand op betrouwbaarheid, situaties op veiligheid en de toekomst wordt er vormgegeven op grond van eerder veldwerk. De sleutel naar verlossing is begrip. Bij zijn eerste ontmoeting met zijn verantwoordelijke Mohamed gaan meteen alle alarmbellen af. Thierry probeert zich soms een leven zonder onderzoekskamer voor te stellen.

Dit rode sprookjeskasteel, het hoogtepunt van de Belgische art nouveau, werd feestelijk geopend op 2 april 1899. Voor de Brusselaars betekende dit een extra beenhouwerij, een kolenmagazijn met leverdienst, een kwalitatief hoogstaande kleding- en stoffenwinkel, een adembenemend mooi koffiehuis dat bieren en wijnen serveerde, en als kers op de taart een spektakelzaal die haar gelijke niet kende in de hoofdstad. Het Volkshuis was bovenaards mooi met lucht en licht voor iedereen.

Wat had ik daar graag rondgelopen droomt Thierry, het is sterk en fragiel en sierlijk als een ambachtelijk bouwpakket dat je zelf zorgvuldig in elkaar zet. Waarom zou je dat willen kapottrappen?

Thierry neemt plaats op de stoel die hem wordt aangewezen door Mohamed. Mohamed, even opgewekt als onderdanig, kijkt Thierry niet aan. Hij verplaatst zijn blik van de deur die net gesloten werd richting Thierry maar kijkt net boven hem en stelt enkele vragen. Thierry begrijpt niet wat er gebeurt. Volgt Mohamed een vlieg? Vindt hij het moeilijk mensen aan te kijken? Kijkt er iemand mee? Ondertussen beantwoordt Mohamed zijn eigen vragen. Hij is geboren in Tunis en is op jonge leeftijd met zijn vader verhuisd naar Montpellier. Via het uitwisselingsprogramma Erasmus is hij ten slotte in Brussel terechtgekomen.

Mijn academische nieuwsgierigheid heeft er ten slotte toe geleid dat er een onoverbrugbare kloof is ontstaan tussen mij en de rest van mijn familie.

Hij beweegt zijn hoofd neerwaarts terwijl hij de informatie zelf lijkt in te nemen, langzaam als bij een optreden. Plots kijkt hij op.

Kan ik jou vertrouwen?

Op 26 november 1962 werd er een slopingsvergunning afgeleverd door de dienst Stedenbouw van de stad Brussel. Ondanks massaal internationaal protest werd begonnen met de afbraak van het utopia-paleis.

Communiceren met Mohamed is een mijnenveld. Het verwart Thierry de hele tijd. Via een ingewikkeld systeem van straffen en belonen duwt hij Thierry een labyrint in. De kwade wil die elke tegenstrijdige boodschap van Mohamed ondersteunt maakt dat Thierry onophoudelijk bezig is dit alles te ontcijferen, wat absoluut zinloos is, tot het hem blind en doof en gevoelloos maakt voor wat wel de moeite waard is. Op maandag zegt Mohamed dat Thierry’s verslag over “Het verdriet van België” waardeloos is, twee dagen later dat hij ervan genoten heeft. Mohamed heeft geen mening, enkel een missie.

De magische stenen, het staal en ijzer en het hout werden genummerd met de bedoeling het volkshuis ergens anders te laten herrijzen en ondertussen gedumpt in een onafgewerkte depot in Tervuren.

Tijdens het jaar dat Kevin thuisbleef, gedroeg Mohamed zich vriendelijker tegen Diane en Thierry. Zijn gezicht was opener, zijn gelaatstrekken diffuser, als een clown die je voor het eerst ongeschminkt ziet.  Vaak gingen ze lunchen op het voorplein van Sint-Gillis. Mohamed bestelde een vegetarische lasagne.

Er wordt zoveel over onze dienst geroddeld. Over Kevins optreden in de kantine, over zijn afwezigheid. Ik heb veel bereikt, toch maakt de verantwoordelijkheid me eenzaam. Soms hoop ik dat Kevin nooit meer terugkomt. Het is goed zoals het is, toch?

In 1982 worden de bouwonderdelen bruut vervoerd naar een weide in Jette, tussen de spoorwegen en het AZ met het oog op integratie in een op te richten cultuur- en sportcentrum in het Koning Boudewijn Park, dat er nooit komt. Niemand kijkt meer om naar de blauwe en de witte stenen, de metalen krullen en vliegende spantonderdelen die troost vinden tussen het onkruid, de plaatselijke fauna en toevallige voorbijgangers en uiteindelijk verdrinken in de drassige modder.

De eerste keer dat Thierry op het werk verschijnt na het neerleggen van een klacht tegen Kevin staat Mohamed hem op te wachten, rood aangelopen, razend, angstwekkender dan the Joker gespeeld door Heath Ledger:

Wat dacht je? Ik zet mezelf even op de voorgrond. Ik, ik, ik, ik. Denk jij ooit aan andere mensen, Thierry? Ben jij je ervan bewust dat er nog andere mensen in je dienst zitten? Of zijn wij godverdomme slechts figuranten in jouw verhaal?

Mohamed treedt op dit punt buiten zichzelf. Hij bukt zich in een houding van waaruit hij beter kan schelden en pijn veroorzaken. Hij roept over wolven en schapen, over sissende slangen die hun eigen nest bevuilen.

En dit na alles wat ik voor jou heb gedaan.

Hij recht zijn rug, steekt zijn rechterwijsvinger richting Thierry’s hoofd en schreeuwt:

Dit is on you! Jij hebt dit voorval met Kevin nu echt gemaakt. Jij maakt mijn leven tot een hel. Dit betekent nog meer aanvallen op mijn dienst, nog meer mensen die zich tegen mij keren. Over mijn lijk. Verdwijn!

Op 5 juli 1983 betrapte de politie van Jette handelaars die de metalen onderdelen stonden op te laden. Na juridisch onderzoek bleek dat er minstens 70 ton ijzer is verdwenen in Japanse smeltovens tegen 5 frank per kilo.

Hijgend en puffend bereikt Thierry de bovenstad. Die woedeaanval van Mohamed houdt de onderzoekskamer van Thierry tot op de dag van vandaag bezig.

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share