Categorieën
Brussel Persoonlijk Sint-Jans-Molenbeek

Straatfeest in Molenbeek

Wanneer ik buitenkom na mijn eerste bezoek aan mijn nieuwe appartementje in de Marollen, hoor ik iemand mijn naam roepen. Een vriendin zit op het terras van het eethuisje onder me. Als dit een voorsmaakje is van de vele ontmoetingen die ik hier zal hebben, begint het goed.

Drie dagen geleden ontmoette ik haar ook al toevallig, voor de deur van boekhandel Replica waar ik net een vegan kookboek voor mijn broers verjaardag was gaan kopen en zij een dichtbundel van Johanna Pas kwam halen.

Ik ken haar nog niet zo lang. We leerden elkaar kennen doordat ze mijn actie voor het behoud van de houten banken van het Noordstation steunde. Kort daarna bleken onze dochters bij elkaar in de klas te zitten. Zij stuurden erop aan dat hun moeders ook vriendinnen werden. Even later kwam ze bij me lunchen. Ze nam heerlijk knapperig stokbrood mee van die goede bakkerij aan metrostation Belgica waar altijd een lange rij staat.

Dat ze vandaag op mijn pleintje zit, is heel toevallig. Ze zit nooit op dit terras, maar heeft net met een vriendin de tentoonstelling “Four Sisters” in het Joods Museum bezocht. Ze zijn erg onder de indruk. Ik neem me voor er in de komende dagen heen te gaan.

We nemen afscheid en zeggen “Tot zaterdag!”. Dan zullen we elkaar zien op het straatfeest in de Scheldestraat in de Maritiemwijk in Molenbeek, de buurt waar ze woont. Onze dochters hebben daar ook afgesproken.

De volgende dag krijg ik bericht van een andere vriendin. Ze nodigt me uit voor “een zomers diner op een zwoele avond”. Ik mis haar na onze gezamenlijke dagen in de Bourgognestreek, enkele weken geleden. Ik weet dat ze goed kan koken en een wijnkelder heeft met lekkere Chablis en Sancerres, want die ben ik in die stadjes met haar gaan proeven en kopen. Ik antwoord haar dat ik niet kan omdat ik die avond al naar een straatfeest in Molenbeek ga.

Net wanneer we zaterdag willen vertrekken naar het straatfeest, krijgt mijn dochter een berichtje van haar vriendin, die er al is. De mensen van Cultureghem die Afrikaans zouden koken, zijn niet komen opdagen. Maar geen nood, haar moeder zal pasta pesto maken, ze is nu in de supermarkt. Ik zie het me niet doen, om zes uur boodschappen doen om dezelfde avond nog voor een hele straat eten te maken. We nemen een zak chips mee en vertrekken.

De Scheldestraat is vol kinderen. Zoveel meer dan volwassenen. En zoveel meer dan je doorgaans in Brussel op straat ziet. De straat is door de Open streets-actie een echte speelstraat geworden. Kinderen fietsen, pingpongen, springen touwtje, spelen tafelvoetbal, maken puzzels. Mijn dochter gaat met haar vriendinnen drankjes halen in de nachtwinkel, want een bar is er niet. Ik bestel een glas witte wijn in boekhandel Replica. Het is Brusselse wijn van bij Be-Here, zo wordt me verteld, gemaakt met Franse druiven. Geen Chablis, maar hij smaakt.

Jan Ducheyne is nog rustig zijn draaitafel aan het opstellen en mijn vriendin begint samen met een buurman aan de pasta pesto. Ze hebben gelukkig wel een groot gasvuur waarmee ze op straat kunnen koken. Ik zie geen bekenden en installeer me met de Standaard der Letteren op het terras van de boekhandel.

Na een tijdje schalt ineens muziek door de straat, Nina Simone zingt:

It’s a new dawn
It’s a new day
It’s a new life
For me
And I’m feeling good
I’m feeling good

Het geluid is nog niet zo goed, maar ach. Wat mooi toch dat Jan even graag op een klein burgerinitiatief in de Scheldestraat als op de zeedijk van Oostende tijdens Theater aan Zee draait. Tot mijn verbazing is de pasta al bijna klaar. Mijn vriendin komt zeggen dat ik snel een bord moet komen halen, want ze weet niet of er genoeg zal zijn. Haar angst is ongegrond, een beetje later zit de hele straat pasta te eten. Wat een daadkracht!

Ik voel me wat schuldig dat ik niet geholpen heb bij het koken, en stel voor te helpen bij de afwas. We zijn daarvoor niet echt goed uitgerust. Mijn vriendin vult de grote pan waarin ze de pasta heeft gemaakt met koud water uit de tuinslang. Afwasmiddel hebben we wel, maar afwassen in de vettige pan met koud water is niet ideaal.

“Wil je nog wat wijn?” vraagt de vriendin. “Ik heb een fles witte Chardonnay van de Lidl mee. We hebben wel geen glazen. Maar hier is een klein flesje rosé dat je eerst kan leegdrinken, dan kan je daarna de witte erin gieten.” Weer denk ik aan de Sancerre of de Chablis die ik vanavond had kunnen drinken. Ik help met afdrogen. Theedoeken zijn er ook niet, alleen een klein schotelvodje dat al snel doorweekt is. “A la guerre comme à la guerre” zegt de vriendin. Maar wat een vredige sfeer hier.

Ze vertelt me over haar reis naar New York met haar zus. Over hoe ze een paar jaar geleden in deze wijk kwam wonen en hoe graag ze hier woont, hoewel Molenbeek geen evidente keuze leek. Hoe ze Jan Ducheyne leerde kennen op het eerste straatfeest. En dan vertelt ze me een diep ontroerend toevalverhaal waarin een gedicht van Jan een rol speelt. Zo’n verhaal waarbij je alleen maar veel dankbaarheid kan voelen omdat iemand het met je deelt.

Hier aan de afwas denk ik niet meer aan het zwoele terras waar ik had kunnen zitten. Vroeger hadden mijn broer en ik ook altijd mooie gesprekken terwijl ik afwaste en hij afdroogde. Hoeveel goede gesprekken gaan er in gezinnen verloren doordat de afwas nu machinaal wordt gedaan?

Mijn dochter is intussen met haar vriendinnen naar de stad vertrokken. Ze vonden het straatfeest te saai. Jan draait intussen Mulatu Astatke, de Ethiopische jazz waar ik zo van hou. Er stromen steeds meer mensen toe. Terwijl we bezig zijn met de afwas, komen enkele jonge vrouwen met een grote pan beslag en beginnen pannenkoeken te bakken. Kinderen schuiven aan voor een pannenkoek, een lange rij kinderen van diverse origine, groot en klein, staan aan te schuiven. We kunnen amper volgen met het aanreiken van borden.

Wanneer we klaar zijn en alle kinderen een pannenkoek hebben gekregen, ben ik moe en besluit ik naar huis te gaan. Ik kus de vriendin. Binnenkort zal ik haar al terugzien, in haar rol van stadsgids. We gaan samen door Brussel fietsen in het wiel van vrouwen, een feministische fietstocht die zij heeft bedacht.

Later hoor ik dat ze na de boodschappen, het koken en de afwas nog stevig op straat heeft gedanst met de andere bewoners van de Maritiemwijk.

****

OpenStreets, de Molenbeekse zomerstraten, een eenvoudig maar sterk concept dat mensen echt bij elkaar brengt, maakt kans op de Brussels Architecture Prize 2023. Stem nu voor de publieksprijs.

Deze bijdrage van Tanja Wentzel verscheen eerder op haar persoonlijke blog De rode valies. Verhalen uit Brussel.

Share