Categorieën
Het straatfeest Kunst

Bevrijd van het script

Thierry’s voorhoofd plakt tegen de koele Neuhaus-vitrine. Hij kan noch de bedwelmende geur van de chocolade oproepen noch de verschillende tinten bruin onderscheiden in de pralinedoos voor zich. Enkel een plekje om te schuilen in een papieren vormpje op de bodem tussen de ballotins en de caprices kan hem verleiden, met het zilveren inlegvel tot over zijn hoofd getrokken. Als een albino ligt er een praline als een golfballetje, naast een smal rechthoekje ingepakt in een kersenrood aluminium papiertje.

De Grote Zavel (c) Thomas Dielman

Zijn handen trillen, zijn gsm glibbert als een paling in zijn natte handpalmen. Hij zoekt het nummer van Gerrit in zijn contacten. Het voornemen om Gerrit te vertellen dat hij niet zal komen naar het trouwfeest voelt als een muur waar hij doorheen moet lopen. Autolampen van een Volkswagen weerkaatsen fel in het raam. De pralines wegen 350 gram. Met lood in zijn schoenen begeeft Thierry zich naar de Rollebeekstraat. De doos kost 30,80 euro. Het licht maakt alles donker.

– Met Gerrit. T maak het kort! Mijn personal trainer is net binnen gekomen. De proteineshake begint te borrelen.

De woorden vallen als stenen uit Gerrit’s mond. Net als Spikey ontzettend veel informatie haalt uit het ruiken aan pis van andere honden hoort Thierry via de bulderende stem van Gerrit de spelregels en de grenzen van het komende gesprek. Hij voelt hoe moeilijk het is om die door gewoonte steeds gevolgde lijnen te bruuskeren, om een eigen ritme op te leggen. Thierry manoeuvreert al jaren op die beperkte ruimte, zoals een gevangene rondjes loopt op een te kleine koer. Thierry kijkt om zich heen en schraapt zijn keel.

– Personal trainer? Kan je niet meer zelf tellen?

– Je bent een lul T. Wat kan ik voor je doen? Gino kost 200 euro per uur.

– Ik bel in verband met je trouwfeest.

– Je hoeft geen geld te storten, ik ben al lang blij als je hemd gestreken is.

– Het gaat niet over het cadeau …

– Harder en sneller T. Ik hoor je niet. Ben je weer depressief?

Het gesprek verloopt alsnog volgens Gerrits script. De bulderstem intimideert en verwart Thierry die, uit het veld geslagen, aarzelend antwoordt. De twijfel in zijn stem geeft Gerrit de aanleiding om Thierry af te schilderen als een mislukkeling waardoor de ster van Gerrit in vergelijking nog feller straalt.

– Thierry, ben je daar nog? Heb je geld nodig? Verkoop je nog steeds boeken?

Thierry staat tussen de cut-outs van kanariegele bloemen geplakt op het etalageraam van Marcolini. De woorden van Gerrit bouwen als vanouds een muur rond hem heen. Vernedering op vernedering. Met elke laag cement knijpt Gerrit zijn keel verder dicht. Thierry ontbuigt zijn hoofd, vindt zijn reflectie tussen de gekleurde macarons en ziet zijn mond opengaan.

– Gerrit. Zwijg. Ik werk niet voor de Standaard, noch voor een andere boekenwinkel. Ik werk voor ABC, een vereniging die zich tot doel stelt om leesclubs te ondersteunen. Ik ben zo teleurgesteld in jou. Je bent een karikatuur van een man geworden. Roepen, tieren en bevelen. Verleid door de duivelse eenvoud van het hoogkapitalisme ben je een bullebak geworden. Dat maakt je niet origineel, dat maakt je een schaap. Je laat hooguit 10 procent zien van wie je bent. Wanneer heb je voor het laatst een boek gelezen? Je zou nog geen emotie herkennen al zou je leven ervan afhangen. Je bedriegt je vrouw en je blaft je medewerkers af. Ik heb medelijden met je! Je bent een kloon van je pa met een inwisselbaar leven. Omdat je doodsbang bent voor een authentiek leven ben je maar het leven van een ander binnengesprongen.

Thierry ziet de tranen over zijn wangen rollen. Hij knipoogt beide ogen dicht en voelt zich oplossen in de Brusselse energie die plaatsmaakt voor Thierry’s rimpelingen.

Met zijn ogen klimt Thierry de bergjes macarons op en eet en passant de kleuren op: appelsienoranje, citroengeel, pistachegroen, aardbeiroze, banaangeel en smurfblauw. Steeds hoger en ijler. Een ongekende energie breekt in hem los alsof er camions vol met suiker in hem worden geloosd. Hij staat steviger dan ooit in zijn schoenen maar tegelijkertijd komen de natuurwetten van de zwaartekracht hem plots zeer beperkend voor. Op de achtergrond hoort hij Gerrit die zijn personal trainer betaalt en hem naar huis stuurt.

– Ik weet niet wat ik moet zeggen Thierry. Je bent kwaad.

–  Je hebt me een veel te kleine rol gegeven in jouw verhaal. Ik ben meer dan de persoon die weinig verdient. Maar dat wil je niet zien. Als ik iets zeg dat afwijkt van je scenario, begrijp je de wereld niet langer en haak je af. Ik ben het krukje waar je kan opstaan zodat je groter lijkt.

– Ik weet niet wat ik hoor. Je bent mijn enige vriend. Onze vriendschap dateert uit de vorige eeuw, toen de dieren nog spraken en de wereld zwart-wit was. Ik zou het appreciëren als je naar mijn huwelijk zou komen. De etiquette schrijft voor dat het wel zo beschaafd is om te antwoorden op een uitnodiging.

– Jij hebt me al tien jaar niet gevraagd hoe het met me gaat. Wat zeggen je etiquettes daarover?

Thierry drukt het gesprek weg en flikkert het toestel in een donkergroene vuilbak. Met een lege onderzoekskamer en alsof hij een meter gegroeid is loopt hij verder naar de Regentschapsstraat. De gevangenispoort valt in het slot en de houten brug wordt opgehaald. Hij ruikt de geur van de sparren, van de uitlaatgassen en van zijn oksels. Hij laat bus 95 voorbijrijden en loopt langs eclairs, merveilleux, chocoladecakes en karameltaartjes. Wat probeert de wereld hem te vertellen?

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share