Categorieën
Architectuur Kunst

Josef Hoffmann – in de ban van schoonheid

Josef Hoffmann in Brussel, dat betekent dat er vragen komen over de opening van het Stoclethuis (of –paleis), over Josef Hoffmanns band met Brussel, enzoverder. De eerste retrospectieve in België over Josef Hoffmann laat echter het hele levensoeuvre ontdekken van een creatief genie dat zo’n zestig jaar aan het werk was, niet enkel de vaak geciteerde fin-de-siècleperiode of de Wiener Werkstätte, waar hij mee aan de oorsprong van lag. De tentoonstelling in het Museum voor Kunst & Geschiedenis, in een gerestaureerde zaal, is een herwerking van die in het MAK in Wenen (Museum für Angewandte Kunst) van ’20-’21. Beide expo’s worden als huzarenstukjes gepresenteerd (die in Wenen vroeg 3 jaar research en voorbereiding).

Het Stoclethuis dateert van Hoffmanns beginperiode (1905-1911). Zijn laatste bouwwerk dateert van 1934, het nog bestaande Oostenrijkse paviljoen voor de Biënnale in de Giardini in Venetië. Er is een maquette van te zien. En hij bleef verder ontwerpen tot aan zijn dood in 1956. Josef Hoffmanns stijl evolueert niet rechtlijnig, van de vroege fin-de-siècle-invloeden naar iets anders. Hij herneemt en herwerkt, zijn begin- en eindperiode zijn niet zo makkelijk uit elkaar te halen.

Natuurlijk is Brussel wat trots om een gebouw te « bezitten » dat als hoogtepunt van het Gesamtkunstwerk geldt, een totaalkunstwerk (tik ‘Gesamtkunstwerk’ in op Google en Stoclet komt helemaal bovenaan tevoorschijn). Het werd dan ook tot op de millimeter uitgedacht en uitgewerkt. Gustav Klimt maakte het fries in de eetkamer. Het kostenplaatje was bodemloos. De Wiener Werkstätte en Hoffmann gingen er bijna aan ten onder en zagen het bankroet voor de ogen. De opdrachtgever, Adolphe Stoclet, die in zijn jonge jaren met zijn vrouw in Wenen verbleef, was bankier en kunstliefhebber. Samen waren ze het eens over het te bereiken doel.

Dat doel was schoonheid creëren. Op platonische wijze. Schoonheid gerijmd met nieuwe technieken. Een enige kans in een bestaan om tot het uiterste te gaan. « Om te zien tot waar een goed begrip tussen kunst en werk kan leiden als we het risico durven te nemen. »1

Nadat het Stoclethuis af was, liet het in Brussel op talloze architecten zijn invloed gelden. Een bezoek van het interieur kan met een video van BRT, gemaakt in de jaren ’80 en getoond in Bozar in de jaren 2000. Je ziet erin hoe de vrouw des huizes in de gigantische benedenhal knielt bij een klaterend fonteintje. De organisatoren van de expo in het KMKG hopen om « bruggen te bouwen met de Stocletfamilie » (die het Unesco-huis in privébezit hebben).

Hoffmann was niet alleen de man van de strenge vormen, erfgenaam van het grote Oostenrijks-Hongaarse Rijk, dat na WOI uiteenviel, met grote gevolgen ook voor Hoffmanns carrière. Hij was ook speels, barok en kleurrijk. Op het eind van de expo vind je maquettes voor speelse utopieën die uit een postmodern woordenboek lijken weggelopen.

Zijn kleurrijke werktekeningen, speels maar ook precies, geven een beeld van zijn intuïtieve werkwijze. Als kunstenaar hield hij altijd zijn eigen koers aan, los van modes en richtingen. Altijd het geloof in zijn eigen creatieve intuïtie. Net daardoor is hij misschien de uitvinder van bepaalde barokke lijnen en volumes die in de ‘art-déco’ zouden toegepast worden. We kunnen die lijnen en volumes (van het paviljoen voor de Expo des Arts décoratifs et industriels 1925, Parijs) vergelijken met de lijnen van een meubel of een serviesstuk, alle aanwezig in de expo.

Via de Wiener Werkstätte hield hij lange tijd een levenslijn vast met het artisanaat, voor de fabricatie van zijn ontwerpen. In 1932 wordt ze ontbonden en dat ontneemt hem van de nodige artisanale en experimentele kunde. Het schoonheidsideaal had eronder te lijden.

Het KMKG is hard bezig om op zijn beurt naar de toppen van de Googlepagina’s door te stomen. In een belendende zaal zien we binnenkort ook het werk van architecte en Horta-passionée Barbara Van Der Wee, die een Horta-wintertuin, gered uit een verdwenen huis aan de Charleoisesteenweg (‘maison Cousin’), tot leven wekt. Deze museumzalen zullen eind 2024 klaar zijn als de permanente galerijen gewijd aan de sierkunsten van de 19e en 20e eeuw. Zo zal hier het belangrijkste ensemble van de art-nouveau- en art-décoperiodes in België verenigd zijn.

1 uit ‘vragen aan de curator’, perstekst

Josef Hoffmann, in de ban van schoonheid, Koninklijke Musea voor Kunst & Geschiedenis (Cinquantenaire, Jubelpark), 06.10.2023-14.04.2024 (zes maanden lang!)

www.artandhistory.museum

Open 10 tot 17u behalve op maandag

Prijzen: 18 euro /12 euro /6 euro

Extra’s: Artonov concert-performance (15.10), Museum Night Fever (21.10), kunstendag voor kinderen (19.11), rondleiding in samenwerking met Amarant (08.12), museumateliers tijdens de krokusvakantie.

Share