Vroeger was het met de fiets door het bos naar de Bascule. Tot ik op een dag mijn goede voornemens liet varen en de man op de hoek zei: “Waarom neem je niet de bus? Die stopt voor je deur.” Ik die heel mijn leven tussen Dilbeek en Beersel had gecarpoold, ontdekte de bus. Nu ben ik van de bus, maar mijn bus geraakt onderbroken. Waarom? Ik ben de laatste échte busgebruiker van mijn streek.
Mijn afstammelingen wonen nu al 250 jaar aan het Zoniënwoud. De koetsen die aan de Bascule werden gewogen om belastingen op te betalen passeerden door het bos. Er zal wel altijd een Vandenplas geweest zijn die struikrover was, want aan de zuidkant van de stad was er nooit veel werk. We leefden van het bos en wat ons dat te bieden had. We waren vooral een klein volk.
De Bascule was altijd gewoon met de fiets door het het bos, maar het begon te wegen. Op een melancholische ochtend nam ik de bus op aanraden van de meneer op de hoek. De Bascule is onmiddellijk een hele andere plaats dan de Louizalaan. Je hebt er alles en alle nationaliteiten.
Ik koos er voor vaste routines. Ik ging steeds naar een ambachtelijke broodjeszaak en at er een broodje kaas met komijn en rucola, tot de winkel sloot. Ik had zelf een bank waar ik rustig kon zitten, maar de gemeente haalde die na verloop van tijd weg. Spijtig. Het was mijn hoekje in de stad. Ik kocht een schilderij bij de tweehandswinkel op de hoek. Het bleek een Rwandese koning te zijn met een Amazunzu-kapsel.
Wie vindt zo’n beleid uit om mensen hun publieke banken te ontnemen? Wel, in de zuidkant hebben ze daar een alternatief op gevonden. Er staan privébanken buiten die vaststaan met een slot. Tegenwoordig kan je overal gaan zitten. Soms is het nodig, want na vijf jaar twintig duizend stappen per dag, voel ik mijn heupen en knieën al knarsen.
Ik besta zolang mijn bushalte bestaat. Er zijn bussen naar Charleroi. Er is de MIVB, De Lijn en de TEC. Metrolijnen zijn er nooit gekomen in Elsene omdat de bourgeoisie de hinder van de werken niet wilde. Er zijn veel investeringen gekomen in de Bascule, maar na enkele jaren zijn de mensen weer vertrokken. Er zijn er nu andere, maar iedereen voelt dat de wijk weer plat ligt.
En ik heb het gevoel dat ik weer met de fiets naar de Bascule zal moeten gaan. Ik was echt een gebruiker van de bus geworden in alle opzichten. Spijtig dat dit nu een aflopend verhaal blijkt te zijn. Er komen nu voetpaden. Het duurt zes maanden om ze te leggen. Veel middenstanders hebben er last van en vinden het geen vooruitgang. Het zal uiteindelijk beter worden, maar nu is het volhouden.
In de Bascule ligt de Stanleystraat. Vreemd dat er nog geen positie is ingenomen in het dekolonisatiecircuit. Ah juist, it’s Livingstone I presume…