Categorieën
Het straatfeest Kunst

Een straat met twee verschillende namen

Thierry volgt de opwaartse baan van zijn portefeuille die hij zonet het zwerk heeft in geslingerd. Over zijn hoogtepunt komt de neerwaarts gaande vuist van de Brusselse burgemeester Louis-Paul-Antoine de Wellens van ten Meulenberg met een klap neer op de houten tafel van de gemeenteraad. Het is 1827 en er werd een nieuwe straat getrokken tussen het Koningsplein en de tuinen en het park van het Hof van Merode:

Stilte! Een laatste agendapunt. Een klinkende naam voor deze straat, de eerste die rust op niet minder dan een brug. Ik stel voor om deze straat te vernoemen naar ons eigen maandelijks clubje (la régence was de de toenmalige benaming voor de gemeenteraad): La rue de la Régence. Eenmaal, andermaal, verkocht!

Regentschapsstraat (c) Thomas Dielman

Thierry is vervuld van liefde en wacht op het ontsluiten van de vaporetto naar de Calle del Traghetto Vecchio. Verblindend wit kijkend naar het nog onvertrouwde goud aan zijn ringvinger. Een beweging die overgenomen wordt door John. Azuurblauw, meeuwen en zuurstof, het water van de Canal Grande klotst tegen de kade. De klokgeluiden rollen over de Campo San Barnabo, oranje mist en bellini’s, blikken die het hele lichaam masseren en ogen doen vollopen, dauw op de glazen en parelend in de hals, verstrengelde vingers, Leonardo Da Vinci, Ray Ban-filter, vallende hotelkaart, kolkende verfrissing, barokke kleuren in de hemel, maagdelijk wit, regenboogconfetti achter de oogleden en samen tot stilstand komend gevolgd door wegstervende slaapgeluiden, het water van de lagune is tot stilstand gekomen, onbeweeglijk en vredig, glad als een spiegel. Maar dan toch, je kan er vergif op innemen, onveranderlijk en onvermijdelijk, een steen in het lieflijke water, een persoon die wegvlucht, schaduwen die verdwijnen in hoge steegjes, onheilspellende kreten op verlaten bruggen en pleintjes overgenomen door schreeuwende ratten, zwarte haarverf loopt langs een krijtwit verschrikt gelaat, de pest marcheert richting het centrum van de stad, echo’s van houten hakken, deuren die gebarricadeerd worden, het clair-obscur van Caravaggio dat alles opdeelt, gesprekken die verstommen en wegdraaien, grimas, vals, hitsigheid, massahysterie, maskers en stinkangst, krimphuid en spieren die op knappen staan, schimmel en adembenemend diep machtig zwart dat alle leven voor zich opeist.

Liefde of haat vraagt Thierry zich af. Hij passeert het conservatorium. Welke emotie reikt het hoogste en werpt de langste schaduw?

Het ging geleidelijk aan, ik had het niet zo door. Ik werd niet meer gevraagd om samen te eten en toen het tot me doordrong dat ik gemeden werd, was het te laat. Ik stond erbij en ik keek ernaar. Het feit dat Kevin ons heeft geterroriseerd die dag in de kantine heeft geen negatieve gevolgen gehad voor hem, maar was paradoxaal genoeg het begin van het einde voor mij. Ik ben die dag met een zak stront opgezadeld, niet hij. Ik moest me overal verantwoorden voor wat er gebeurd was. Niet hij. Hij was de dag erna arbeidsongeschikt en wij hebben zijn werk een jaar kunnen overnemen. Het ergste waren nog de omstaanders, de collega’s. Nooit kwetsbaarder dan toen ik hulp nodig had. Niemand wilde me helpen. Vriendschappen met collega’s werden heronderhandeld. Ik tuimelde naar de laagste kaste. Ik stonk. Kevin, de bekende musicus, werd nog beruchter. Zijn succes geeft hem immuniteit. Is vriendschap eigenlijk nog wel mogelijk in dit tijdperk van neoliberale waanzin?

Anil, zijn therapeut, keek Thierry onbewogen aan:

Laten we volgende week van start gaan met deze vraag.

Ter hoogte van de synagoge springt de angsttijger zich wederom zonder aarzeling noch mededogen vast op Thierry’s rug. Zijn klauwen in het kloppende bindweefsel, overwoekerd met taaie onbetrouwbare stemmen die Thierry steeds op het verkeerde been zetten, hem keer op keer de verkeerde kant doen opgaan en zijn onwetendheid doet aanvullen met onontkoombare narigheid. Hij schreeuwt het uit:

Nee! Ik wil dit niet meer. Is dit de prijs te betalen voor het leven, of is dit de prijs voor een fout leven?

Thierry zakt neer op zijn knieën, samen met zijn noodkreet. Hij gooit zijn armen om zich heen, alsof hij zichzelf knuffelt en bespeelt met de toppen van zijn vingers de pijnpunten in zijn bovenrug. De druk vuurt pijltjes af tot in zijn tenen. Oncontroleerbaar beukt hij in op zijn vleugels, woedend als een psychiatrische patiënt die zich tracht los te wurmen uit zijn dwangbuis. Als hij kon, trok hij die rugparasieten als onkruid uit zijn rug, erop toeziend de wortels niet te laten zitten. Hijgend plant Thierry zijn handen op de stoeptegels voor zijn knieën. Hij kijkt de verte in, maar ziet niets. Het geweld zit in hem.

Thierry loopt de woonkamer binnen achter een vel papier dat hij voor zich houdt en vraagt John of hij dit kan voorlezen. John knikt en Thierry knikt:

De roep om succesvol te zijn is te luid geworden. Je moet succesvol zijn op je werk én succesvol in je privéleven. De bewijzen hiervan laat je achter op Facebook en Instagram. Succes is een hoog salaris, een bonus, een prijs en een congres, witte tanden, een mooie partner, kinderen als mini-ouders en de zon die zakt in de Caribische zee. Laatst op een avondje uit viel me op dat vrienden dit zeer beperkte digitale beeld van zichzelf doortrekken tot in de echte wereld. Niemand wenst zich nog langer kwetsbaar op te stellen. Succes is de afwezigheid van problemen. Anything can be used against you. Tegenslag wekt niet langer medeleven op maar enkel afschuw. Die avond was er geen vertrouwen, geen verbinding en geen vriendschap. Die avond waren we vroeg thuis. Nu de wereld ingericht is als een gigantische wedstrijd stelt zich de vraag: is er nog wel ruimte voor warme gesprekken in de kleedkamers? En wat als je straks gewonnen hebt, die felbegeerde trofee eindelijk blinkend in je handen, wat vertel je dan als je alleen aan je koude marmeren tafel zit?

De Regentschapsstraat, de Nederlandse straatnaam, betoont geen eer aan de Brusselse gemeenteraad, maar verwijst naar baron Erasme Louis Surlet de Chokier, die de troon alvast mocht opwarmen tijdens de zoektocht naar de eerste Leopold. De Regentschapsstraat en de rue de la Régence: twee verschillende straatnamen voor één enkele straat wijzen niet op een tweetalige stad maar eerder op twee verschillende steden, of beter gezegd, naar één stad die door twee partijen wordt gebruikt, een beetje zoals een gymzaal die door meerdere sportverenigingen wordt gedeeld, de sleutel onder de mat.

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share