Categorieën
Architectuur Brussel Cultuurstad Kunst

Victor Horta op bezoek in Bozar

2023, jaar van Art nouveau, art nouveau of Art Nouveau. We mogen blijkbaar kiezen hoe we het schrijven (ik blijf bij “Art nouveau”), in tegenstelling tot de naam ‘Henry Van de Velde’, altijd met kleine ‘d’. Maar wat heeft de “modale bezoeker” aan een tentoonstelling over het werk van Victor Horta? Is niet alles al gezegd over hem, zijn architectuur en zijn kunst? Volgens Benjamin Zurstrassen, mede-commissaris van de expo (met Iwan Strauven) en conservator van het Hortamuseum, ligt daarin de uitdaging. Het werk van Horta wordt vaak uitgelegd via bekende riedeltjes die niet noodzakelijk allemaal kloppen.

Misschien is de naam “Victor Horta”, gekoppeld aan een overzichtstentoonstelling, al genoeg om de bezoeker aan te trekken. Te meer omdat de expo in een gebouw van Horta plaatsvindt, en het ook van 1996 dateert dat het Paleis Horta rechtstreeks ontving.  

Een derde reden is dat deze tentoonstelling opgevat is als een fase in een lopend onderzoek over Horta’s werk, als een schakel in de voortgang van de interpretatie en de ontsluiting van zijn werk. Daarbij krijgt de immer nieuwsgierige liefhebber nieuw materiaal te zien en ook ongeziene beelden, recente ontdekkingen, en informatie over het actuele koloniale thema.

Eén zo’n tot de verbeelding sprekend inzicht in Horta’s werk, is het concept van binnenruimte en buitenruimte, die flou door elkaar heen lopen, zoals in de Waucquez-magazijnen (nu het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal), waar een centrale lantaarnpaal door straten omgeven lijkt, ook al zijn we al binnen in het gebouw. Het concept zou zeer 19de eeuws zijn, kijk maar naar de binnenruimte van het theatrale justitiepaleis van Joseph Poelaert. Een gebouw dat Horta inspireerde omdat het met alle bekende codes brak en omdat de auteur ervan zijn persoonlijke exuberantie etaleerde.

Hoe Horta zoals velen inspiratie vond in de Japanse prentkunst, hier voor een bergmotief in zijn eerste Art nouveauhuis (Tassel).

Nu, Horta en Art Nouveau? Wat is het? Wat wil het riedeltje? Organische vormen, plantmotieven? Licht en ruimte? Metaal en glas als (zichtbare) bouwmaterialen? De decoratieve vormen die zo karakteristiek zijn voor Art nouveau kunnen we goed samenvatten onder de noemer “de dynamische lijn”. Enkele kunstenaars, die het herkauwen van de oude thema’s zat waren, hadden durf en zochten naar durvende kopers. Ze introduceerden een nieuwe lijnvoering in de kunstgeschiedenis – en die mocht van auteur tot auteur, van opdrachtgever tot opdrachtgever variëren. Want een huis was een portret. De persoonlijke behoeften kregen in de plannen de nodige plaats. De Art nouveau-lijn is initieel ook gebogen: curve, kromming, en geen rechte, wat overeenkomt met noties als verbeelding, intuïtie en poëzie, tegenover rationaliteit.

Eén van die durvers was de Solvay-familie. De naam Solvay duikt bijzonder vaak op naast die van Horta en andere Art nouveaukunstenaars uit die tijd. Dezelfde soort durf die Ernest naar zijn uitvinding van industriële soda had geleid, leidde hem naar Horta, zei Horta. Solvay stond ook borg voor de lening die de (nieuwbakken) socialistische (toen nog ‘Werklieden-’)partij had aangegaan om het Volkshuis te laten bouwen, naast de Kapellekerk.

De socio-economische context van toen is cruciaal om te begrijpen hoe het mogelijk was om snel een moderne grootstad als Brussel tot in de details vorm te geven, met een jong België dat heel hoog opklom als kapitalistische natie, door de verbazende industriële ontwikkelingen en, op het eind van de eeuw, de grondstoffen uit de kolonie.

Congo paviljoen c Hortamuseum

Toen Horta uit de boot viel om deel te nemen aan de koloniale tentoonstelling van 1897 in Tervuren (Hankar, Van de Velde, Hobé, Serrurier-Bovy en anderen waren wel aanwezig), plande hij een koloniaal paviljoen voor de Expo in Parijs in 1900. De plannen daarvoor zijn (voor het eerst) te zien in Bozar, het paviljoen echter werd niet gerealiseerd. De dit jaar opgeworpen these dat Horta’s handtekening, de zweepslagstijl (curve en tegencurve) op de beweging (zweepslag) van de chicotte zou gebaseerd zijn, lijkt een overinterpretatie. Horta kan ook olifantenslurfen aan het werk gezien hebben, naast het feit dat artistieke invloeden vaak teruggaan op vroegere voorbeelden uit het bekende vocabularium, zoals de Franse rococo, waardoor de jonge Horta, die een leertijd doorbracht in Parijs, werd beïnvloed. In elk geval, als hij afwist van de lijfstraffen en de dwangarbeid onder het Belgische regime in Afrika, lijkt het me onwaarschijnlijk dat hij een centraal element van zijn stijl daarop baseerde.

Congo paviljoen, maquette

Horta inspireerde. Voor architectuurhistoricus Sigfried Giedion was hij een voorloper van het vrije plan van het modernisme (Le Corbusier). Wie zich door de meester wil laten inspireren, kan ook het nieuwe boek, ‘Horta and the grammar of Art Nouveau’ kopen, waarin verschillende kenners van zijn werk, die we ook op de tentoonstelling in video’s zien en horen, aan het woord komen. Zij kijken naar Horta’s bronnen, zijn inspiratie en zijn innoverend gebruik van licht en ruimte, naar de receptie van Horta in de geschiedschrijving van de moderne beweging, en naar de relatie van Horta met de koloniale onderneming. Met ook nog meer ongepubliceerd fotomateriaal.

Lichtbakken en de fotografie van Maxime Delvaux benadrukken het element licht van de Art nouveau

De tentoonstelling heeft het aangename karakter van een lichtrijke reis. Licht, helderheid, een centraal topos van Art nouveau zelf. De gebruikte zalen van het Paleis voor Schone Kunsten zijn indertijd door Horta ontworpen voor foto-tentoonstellingen, en de makers spelen daarop in met een reeks lichtbeelden, die als op lichtbakken gepresenteerd worden en ons langsheen de negen hoofdstukken loodsen (foto’s van architectuurfotograaf Maxime Delvaux).

Horta’s eigen fotowerk hangt er ook, want om klanten te lokken kwam die hypermoderne drager heel goed van pas. Zorgvuldig ingekaderd liet de architect in zijn woonst voorbeelden zien van zijn realisaties.

Horta’s ingelijste foto’s

In elke museumzaal staat één ontwerp centraal. Huis Tassel, huis en atelier Horta, Vinck, Aubecq, Waucquez, het Volkshuis, Solvay, Van Eetvelde en het niet uitgevoerde Congopaviljoen voor de Wereldtentoonstelling van Parijs 1900. Aan de hand van deze negen voorbeelden stellen de makers van de expo Horta’s grammatica samen. Aan u om hem te gaan bestuderen, tot 14 januari 2024.

Victor Horta en de grammatica van de art nouveau, Bozar, van 18 oktober ’23 tot 14 januari ’24.

Tickets 10€

Open di tot zo, 10:00-18:00

www.bozar.be

Share