Categorieën
Het straatfeest Kunst

De schoonheid van Italië doet naar adem happen

Nog steeds in de Wolstraat, met zicht op de lantaarns van de groene, lieftallige Place de Sainte-Justine, wordt Thierry eensklaps overvallen door een loodzwaar gevoel van gevangenschap, van onontkoombaarheid, dat hij bij een volgende stap een tunnel wordt ingeduwd van waaruit hij nooit meer zal terugkeren, het benauwt, beneemt hem letterlijk de adem. Hij wil niet meer voort. Kan iemand anders overnemen? Voer me af.

(c) Thomas Dielman

Hij moet weg. Achteruit. Het wordt Italië. Hij wilde altijd al terug naar Italië. Het is slechts zes minuten wandelen naar de halte Jeu de Balle, waar hij bus 52 kan halen naar het Centraal Station, een rustige raamplaats net achter de chauffeur. Op het station kan hij de IC-trein nemen naar Brussels Airport Zaventem, zich overgevend aan de opwindende spanning van mede-globetrotters. Op de luchthaven kan hij zich wenden tot de snel-ticket balie voor een goedkoop one way vervoersbewijs naar Catania, de lavastad, waar hij verder reist per bus naar Palermo, de hoofdstad van Sicilië, waar hij op de eerstvolgende trein springt naar Cèfalu, zijn eindbestemming.

Daar aangekomen rekt hij zich uit, kijkt tevreden om zich heen en wandelt ten slotte met alle tijd van de wereld richting de zee, naar het blauw gelakte bankje op de stenen pier met zicht op het dorp dat ontwaakt. Hij gaat zitten. Hij ademt diep in. Het is nog rustig. Hij is alleen. Hij neemt nu waar. Het paradijs is net om de hoek.

Kleuren hebben een enorm effect op mij, valt het Thierry te binnen. Het binnenwandelen van een kamer waarvan de muren geschilderd zijn in een andere kleur dan wit verandert hoe ik me voel. Hetzelfde effect heeft het voet aan Italiaanse wal zetten. De schoonheid van Italië doet naar adem happen.

Hij kijkt Sicilië recht in de ogen en staat op. Tijdens de eeuwwisseling heb ik een jaar in Parma gewoond om daar in het kader van het Erasmusprogramma mijn rechtenstudie af te ronden.

Er ging een wereld voor me open. De aandacht van de Italianen voor architectuur en kunst maakte me zelfbewuster.

Mijn wereld kreeg kleur, mijn verbeelding werd aangewakkerd en ik kreeg vleugels.

Pleinen en kerken waarvan de verhoudingen kloppen en waardoor je je een prins waant door erover en langs te lopen. Beelden gehouwen uit marmer waarbinnen je een hartslag vermoedt. Aangeboren fierheid waardoor je zelf een rechtere houding aanneemt. Schilderijen die er zo smakelijk uitzien dat je er deel van zou willen uitmaken. Sophia Loren en Marcello Mastroianni in Una giornata particolare. Italianen die geboren zijn met smaak in hun DNA en een duizelingwekkende bijdrage hebben geleverd aan de kunstgeschiedenis.

Schoonheid die recht doet aan het mysterie van het leven en die je jouw geloof in ditzelfde leven doet weerkeren wanneer het allemaal tegenzit.

Een waarheid die je herkent, die diep in jezelf resoneert en waardoor je je gezien voelt.

Eén jaar Parma heeft me niets bijgeleerd over Rechten maar wel doen inzien dat een zoektocht naar schoonheid geen tijdverlies is maar een zeer waardevolle invulling van je tijd.

Het strand van Rimini, Nessun Dorma van Puccini, de Pietà van Michelangelo, de citroengeur in Sicilië, de Santa Maria Novella in Firenze, Acqua di Parma arancia di Capri, il Gattopardo van Visconti, mortadella met pistacchio, il Canal Grande in Venetië en de storm van Giorgione.

Hun absolute meesterschap in de beeldende kunsten heeft een weerslag gevonden in de benaming van vele kleuren met een Italiaanse link. Ofwel een link met een stad of regio: Venetiaans rood, rauwe Sienna, Magenta, Veronagroen, Napelsgeel, Rose de parme, Tyrisch purper, Capri-blauw , Pompeï-rood … of door een auto (Ferrari): rosso corsa of door een schilder: Paolo Veronese ….

De Romeinse standbeelden waren niet wit gekleurd als een zuiver ideaal, maar waren juist bontgekleurd zodat je er jezelf mee kon identificeren en daardoor mee opgenomen werd in een groter geheel.

Wat maakt dat Erasmusjaar in Parma toch zo onweerstaanbaar? Het beste jaar uit het leven van Thierry, het jaar dat als maatstaf dient voor de jaren die er nakomen en die er zeer bleek tegen afsteken. Voor de miljoenste keer tracht Thierry de ingrediënten van die 365 Italiaanse dagen te achterhalen in de hoop dat paradijs op Belgische bodem te kunnen reconstrueren, steen per steen, als het moet en zodoende opnieuw een licht, mooi, interessant, voldoening gevend leven te kunnen instappen.

Een leven dat gemoedsrust geeft, waardoor er opnieuw van binnen naar buiten kan gekeken worden, met opgeheven hoofd naar een horizon kan toegewandeld worden en waarin niet langer, met vrees voor eigen leven, elke stap op de gammele houten brug die het leven intussen is geworden, in het oog moet gehouden worden. Deze brug, gespannen over een diep dal tussen twee vervaarlijke kliffen, waarvan het hout inmiddels doordrongen is van rot, wankelt.

Was het de deugddoende beurs geschonken door de universiteit? Het feit dat er geen financiële zorgen waren, dat Thierry zich een jaar minder zorgen hoefde te maken om de nooit aflatende stroom aan kleine pestbrieven van gasleveranciers en belastingheffers, facturen, herinneringen en beoordelingsmails, deze overlevingsboekhouding, deze administratie der kabouters? De dagelijkse praktische rompslomp die alles overneemt en die je steeds uit je levensritme haalt? De rauwe kleinheid die je er steeds aan herinnert dat je aan de aarde plakt en dat je elke aardklop zal moeten voelen en incasseren en die je bont en blauw naar adem doet happen, die je geen moment doet vergeten dat je slechts een aardbeest bent, op zoek naar je volgende maal, dat je steeds naar beneden haalt en je verhindert de zwaartekracht te tarten? Te vliegen, zoals in Italië, naar een ijlere wereld waar je kleuren, geuren en liefde kan voelen, waar denken leven is, waar ideeën trouwe vrienden worden, waar gesprekken eindeloos doorgaan, er geen grenzen zijn aan goedheid en waar je aangemoedigd wordt door de engelen zelf?

Thierry pakt zijn gsm uit zijn broekzak en zoekt het liedje Puisque tu pars op YouTube. Hij klikt het aan en zet de telefoon aan zijn oor alsof hij Jean-Jacques Goldman zelf aan de lijn heeft:

Puisque tu pars …

Que les vents te mènent

Où d’autres âmes plus belles

Sauront t’aimer mieux que nous puisque l’on ne peut t’aimer plus

Que la vie t’apprenne

Mais que tu restes le même

Si tu te trahissais nous t’aurions tout à fait perdu

De eerste toeristen lopen het strand op en wapperen met hun strandlaken

In Het straatfeest brengt beeldend kunstenaar Thomas Dielman in tekst en beeld verslag uit van de wandeling die hij maakt van thuis naar het werk. Hij vertelt wat er door zijn hoofd gaat, op stap langs 18 straten en twee pleinen.

Share