Lize staat net op het punt om, samen met haar man Rob, een studio in Oostende te kopen, als haar moeder haar via een mail met de nuchtere titel ‘mededeling’ laat weten dat ze slokdarmkanker heeft. Ze gaat trouwens ook scheiden van haar man. Het is het uitgangspunt van de aangrijpende autobiografische roman ‘Autobiografie van mijn lichaam’ van Lize Spit.
“Er is iets gekanteld”, staat te lezen in het eerste hoofdstuk. De aandacht van Lize, haar twee zussen en haar broer gaat na het onheilsbericht volledig naar de terminale ziekte en de snel naderende dood van de moeder. De schrijfster in Lize Spit staat in deze moeilijke tijden op om orde te brengen in de chaos, verbanden te leggen, te analyseren, gevoelens onder woorden te brengen.
Onvermijdelijk begint het verleden opnieuw te spoken. “Was het zo erg?”, vraagt de moeder ergens. De kinderen kregen immers genoeg te eten en gingen met propere kleren naar school. Het gezin zat geregeld krap bij kas, maar het ontbrak vooral aan liefde en warmte thuis. Agnes en Fred raakten allebei verslaafd aan alcohol. Ze maakten om de haverklap ruzie. Verwijten gingen over en weer. De kinderen leerden zich klein te maken en de situatie dag na dag angstvallig in te schatten. ’s Namiddags was moeder soms niet meer aanspreekbaar als ze al te veel gedronken had. Ooit toonde vader de strop die hij gemaakt had om zich op te hangen als het niet meer zou gaan.
Trauma’s blijven, zoals bekend, doorleven in lichaam en geest. Lize schrijft over dissociatie, de overlevingsstrategie om je tijdelijk los te koppelen van je lichaam en omgeving. Al van jongs af heeft ze vage lichamelijke klachten en ontwikkelt ze tics. Dan breekt diabetes type 1 door, en wordt ze verplicht om haar suikerspiegel dagelijks te monitoren. Ze slaagt er ondanks haar gebrek aan hechting in de kinderjaren wel in om langdurige relaties uit te bouwen, maar met lichamelijkheid en seksualiteit blijft ze het erg lastig hebben. Zelfs haar typische haardot blijkt een afleidingsmanoeuvre.
De tristesse, die ook al aanwezig was in de succesvolle debuutroman ‘Het smelt’, is nadrukkelijk aanwezig. Maar er zijn ook lichtpunten. Agnes ontdekt, nadat ze decennialang opgesloten zat in een verstikkend huwelijk, toch nog de liefde als ze op haar oude dag Walter leert kennen. De kankerdiagnose leidt tot een voorzichtige toenadering met de kinderen, en een al even behoedzaam eerherstel voor de moeder, die veel te weinig voor zichzelf opkwam en vluchtte in alcohol.
‘Autobiografie van mijn lichaam’ is literair verre van perfect. Het boek is geschreven onmiddellijk na de gebeurtenissen, en door dat gebrek aan afstand ontbreekt het aan een secure selectie en voldragen verwerking van het materiaal. De fragmenten uit de kinderdagboeken tonen bijvoorbeeld hoe ze van jongs af aan al te hard haar best deed om graag gezien te worden, maar zijn een veel te uitvoerig intermezzo. Daarnaast heeft de auteur een karakteristieke stijl vol opmerkelijke aforismen, maar ze gaat geregeld ook de mist in met ongelukkige vergelijkingen en metaforen.
En toch weet Lize Spit opnieuw te overtuigen met dit extreem openhartig en ongelooflijk kwetsbaar memoir, dat duidelijk uit urgentie geschreven is. Haar moed en genadeloze eerlijkheid dwingen respect af. Als lezer word je meegezogen in een confronterend en pakkend verhaal vol pijn, aftakeling, rouw, eenzaamheid en schaamte, en leef je mee met moeder en dochter. De talloze rake observaties geven een onbehaaglijk gevoel. Uiteindelijk is het boek ook een glorieuze overwinning: een prachtige ode aan het schrijven als redding, een levensreddend afweermechanisme zoals een witte bloedcel.
Autobiografie van mijn lichaam van Lize Spit verscheen bij Das Mag. Op deze blog verschenen eerder ook recensies van Het smelt en Ik ben er niet.