Categorieën
Faits divers Mobiliteit Wonen in Brussel

De bus is er voor iedereen

Rechts en links draag ik boodschappentassen die ongeveer even zwaar zijn. Je moet het gewicht goed gelijk verdelen aan beide zijden, heeft de kinesiste me ’s ochtends gezegd. Een autoloos bestaan is met rugklachten niet altijd even makkelijk. Ik loop naar de bushalte. Ik heb geen goede dag vandaag. Zo snel mogelijk wil ik nu thuis zijn. Ik stap stevig door naar de bushalte. Ik voel twee tranen over mijn wangen lopen. Hun gewicht is ook goed verdeeld. Ik denk aan het eten in mijn tassen. De soep, het broodbeleg. Dat is voor straks, als ik thuis ben.

Bijna ben ik bij de bushalte. Ik zie een 84 naderen. Wat een geluk. Ik hoef niet te wachten. Achter het stuur van de bus zit een vrouw. Een oudere vrouw, tegen de zestig schat ik. Ze heeft een bruine huid en grijs haar, losjes in een knot. Ze draagt geen MIVB-hemd, maar een zachtrood fleece jasje. Ze heeft bolle blozende wangen en hoge jukbeenderen. Een oma, met een lief hartvormig gezicht. Haar bus is volledig leeg. Het lijkt alsof ze hem heeft gekaapt om mij te komen oppikken. Ik zeg ‘bonjour’ zonder haar aan te kijken bij het opstappen, bang dat ze mijn tranen zal zien.

Ik ga schuin achter haar zitten, zodat ik haar nog in profiel kan bekijken. Ik geniet van haar rustige, zelfzekere rijstijl. Zou zij vroeger met een schoolbus hebben gereden? Dat zou goed bij haar passen. Ik ben benieuwd naar haar verhaal, zou graag een foto van haar nemen. Wat is ze mooi. Wat doet ze haar job goed. Ik moet nog wat verlegenheid overwinnen om de verhalen te kunnen schrijven die ik echt wil schrijven. Ik wil haar niet storen in haar rust, dat mag ook niet volgens de voorschriften. Maar ik hoop nu al dat ik binnenkort nog eens op haar bus zit.

Intussen zijn er nog een paar andere mensen opgestapt. Kennelijk ben ik niet de enige die deze bus kan zien. Zij is er voor iedereen. Ik ben aangekomen bij mijn halte, de Eeuwfeestsquare. Ik stap af, steek voor de bus het zebrapad over. Nog even kijk ik haar in de ogen en zij mij. In gedachten bedank ik haar.

Deze bijdrage verscheen eerder op de blog De rode valies. Verhalen uit Brussel.

Share